Manel

Quest 6 - Ultimate Design
Wanneer ik kijk naar wat ik gekozen heb bij mijn design bij Quest 4 en wat ik heb uitgevoerd en de resultaten van Quest 5, zijn er een aantal dingen die ik anders zou aanpakken en zou vormen. Ik heb bij Quest 4 een aantal uiteenlopende basisbegrippen gekozen: ouderparticipatie, mediawijsheid ICT, betrokkenheid, en zelfsturing en vakoverstijgend werken. Hiervoor heb ik IPC gekozen als didactische opbouw om mijn principes te kunnen testen.
Bij elk van deze basisbegrippen zijn er dingen die wél en die niet werkten. Ik vond bij alles vooral het kunnen van mij als leerkracht van groot belang. Zo was het bij de ouderparticipatie van groot belang dat je als leerkracht een band had met ouders. Ik merkte dat wanneer ik vroeg om een samenwerking, ik ouders ook mocht vragen om een reactie op mijn vraag. Dit deed ik aan de deur of nogmaals via de mail. Doordat ik met bijna alle ouders in gesprek ben gegaan voelde ik mijzelf niet als last, maar de samenwerking juist als een positief iets waardoor je meer voor het kind kan betekenen.
Bij mediawijsheid geldt hetzelfde. Je moet als leerkracht, in mijn ogen, openstaan voor de veranderingen van de samenleving. Omdat ik zelf betrokken ben en het leuk vind om nieuwe ICT middelen te ontdekken en gebruiken, doe ik dat ook in mijn lessen. Wanneer de leerkrachten van de groep mijn ‘Ontworpen OGP-lessen’ uitvoerden, werden hier minder gebruik van gemaakt. Ik denk wel dat er een aantal kinderen zijn die écht uitgedaagd zullen worden met deze middelen omdat ze hierdoor meer met hun belevingswereld bezig zijn en zo in de zone van naaste ontwikkeling (Vygotsky) kunnen komen.
Het vakoverstijgend werken werkte goed voor de kinderen, maar was zo nu en dan lastiger voor mijzelf. Ik dacht aan het begin te moeilijk na over de lessen. Vakoverstijgend werken hoefde niet heel ingewikkeld te zijn, als er maar betekenisvol geleerd werd. Dus als de les nut had, en de kinderen dit begrepen.
Al met al zou ik van mijn bevindingen het belangrijkste niet kunnen vergeten. Betrokkenheid is de sleutel tot leren. In deze periode heb ik mijn visie op onderwijs zoveel duidelijker gekregen door dat éne woord en de betekenis ervan: betrokkenheid. Ik had tijdens mijn ontwerp mijn vijf principes op één lijn staan. Betrokkenheid is nu voor mij centraal komen te staan. Wanneer ik merkte dat de kinderen betrokken waren, toonden ze enthousiasme en wilden ze meer weten. Ze waren buiten de les om nog bezig met het onderwerp en gingen thuis verder aan het werk. Ouders kwamen naar binnen om te vertellen dat kinderen thuis hadden gezocht naar verdere informatie en dat ze tijdens het spelen bezig waren geweest met de IPC les van die dag. Kinderen hadden vragen en wilden alles weten.
Maar hoe meet je betrokkenheid? Hiervoor heb ik de betrokkenheidschaal gebruikt. Deze heb ik aangepast naar een stappenplan met daarbij mijn andere ontwerpprincipes. In een les maakte ik gebruik van mijn ontworpen observatie lijst betrokkenheid en gebruikte ik mijn andere principes in de lessen. Zo was het voor mij overzichtelijk hoe je een les vakoverstijgend en vak integratief kan maken zodat betrokkenheid wordt bereikt en gestimuleerd. Zie de PowerPoint voor de uitleg over mijn betrokkenheid-observatielijst (aka. Betrokkenheidsschaal 2.0).
Hieronder is de betrokkenheidsschaal - observatielijst te vinden.
De betrokkenheid werd langzamerhand de basis voor mij. Ik geloof echter wel dat betrokkenheid niet door iedereen altijd te bereiken is. De belangrijkste keuze die ik bewust gaf waardoor betrokkenheid gestimuleerd werd, was de keuze die kinderen hadden. Ze mochten elke les opnieuw kiezen hoe ze met een opdracht aan de slag gingen en wat ze wilden leren. Ik had een basisdoel van de les, die ik in ‘kindertaal’ op het bord zette wat zorgde dat kinderen wisten wat ze gingen leren. Doordat ik dat uitsprak konden ze zelf kiezen hoe ze ‘het leerdoel behaald hadden aan het einde van de les’. Aan het begin vond ik het lastig om de kinderen zo los te laten, maar toen ik merkte dat het allemaal goed liep ging dit beter.
Na het werken met deze betrokkenheidsschaal en het evalueren met de kinderen waren er een aantal dingen erg duidelijk. Het volgende kwam naar voren:
- De kinderen waren meer betrokken wanneer ze veel keus kregen. Ook vonden ze het fijn wanneer ze mochten uitleggen waarom ze voor iets kozen zodat ze konden duidelijk maken waarom ze iets wel/niet deden.
- Kinderen waren meer betrokken wanneer er met ICT gewerkt werd. De BlueBot zorgde voor een hoge score van betrokkenheid (4 of hoger) bij 19 van de 25 kinderen. Bij het werken op de computer was dit minder (11 kinderen met een score van 4 of hoger, dit is minder dan de helft). Na de evaluatie bleek het dat de kinderen het moeilijk vonden om informatie te vinden. Na een les ‘Google’ was de score hoger (17 van de 25 kinderen met een 4 of hoger).
- Kinderen waren meer betrokken wanneer lessen samengeweven werden (vak integratief). Het leukst vonden ze de taal en rekenlessen verbonden met een ander vak, waardoor ze het boek minder konden gebruiken. Binnen deze lessen waren er een aantal kinderen uit het derde spoor (de kinderen met weinig begeleiding in de lessen) die het leuk vonden om anderen te helpen en begeleiden.
- Kinderen gaven aan dat ze het leukste gedeelte van lessen, de onderzoekstukjes, vonden. Wanneer ze zelf aan de slag mochten gaan met het maken van pepernoten en het uitzoeken van het recept, of buiten mochten gaan zoeken naar spullen die bleven drijven en dit mochten proberen, en achter de computer(na de Google les) op zoek gingen naar feesten rond de wereld, waren ze op mijn overzichten het meest betrokken. Zelf merkte ik dat ik dit stuk in mijn les overzichtelijk had doordat ik de fasen van onderzoekend leren goed doorliep.

Al met al vat ik mijn 'Ultimate Design' in een afbeelding samen op de manier hiernaast en beantwoord ik de volgende onderzoeksvraag:
Op welke manier kan ik binnen het vakoverstijgend werken, zorgen voor betrokkenheid?
Al die principes samen zorgen voor betrokkenheid. Er zijn nog principes toe te voegen, maar uiteindelijk zal deze betrokkenheid leiden tot leerwinst. De rol als leerkracht is hier wél enorm belangrijk in. Vakoverstijgend werken opzicht zal al zorgen voor een overgroot deel van betrokkenheid, maar je moet wel voor de aanpassingen zorgen. Hierbij dus te denken aan het inzetten van ICT, het zelfstandig werken en zorgen voor keuzes. De rol van ouders kan hierbij de betrokkenheid versterken, maar als leerkracht moet je vooral luisteren en praten met de kinderen!

Unit IPC, Onderzoekend leren, les-ontwerp en nog veel meer! - Quest 5
Wauw, nu ik terugkijk op de laatste tijd kom ik erachter dat ik ontzettend veel heb gedaan omtrent mijn onderwijsprincipes! Ik heb veel mogen proberen, testen en bekijken. Ik ben aan de slag geweest met lessen met de onderzoekscirkel (Graft en Kemmers, 2007), mediawijsheid en ICT, zelfsturing, betrokkenheid en ouderparticipatie.
Binnen IPC werken ze met duidelijk herhalende kerndoelen. Deze staan bij elke les erbij vernoemd. IPC zorgt ervoor dat elk kind zelf een plan kan maken bij de les. Zo zullen alle kinderen tot leren komen en wordt het proces door de leerling zélf ingevuld. Hier ben ik deze unit extra op in gegaan. Zo worden kinderen uitgenodigd om de uitdaging aan te gaan om zelf te kiezen hoe ze willen leren.
IPC Startpunt Verhalend ontwerp: De Vreemdeling uit de ruimte!
Op 21 november gebeurde het in de klas. Er stond een ruimteschip geland midden in de kring. In dit ruimteschip zat de Vreemdeling. Een teddybeer die door de klas de naam: FeestBeer kreeg. Deze FeestBeer zal samen met mij en de klas van alles over feesten gaan leren!
Ik heb de FeestBeer ingezet als rode draad van mijn verhalend ontwerp. De IPC unit is de methode die ik als middel inzet om alles te koppelen. Samen met de landing van FeestBeer besloten we in de klas om een woordweb te maken over alles wat we weten van feest ( kennisoogst IPC ).
Ouders kregen een welkomstbrief over de unit die ik geschreven had. Ook vroeg ik voor een latere les al babyfoto's van alle kinderen. Ik stelde voor om met de kinderen thuis in gesprek te gaan over de FeestBeer. De volgende dag kreeg ik al veel reacties aan de deur van het klaslokaal over het mailtje van enthousiaste ouders. Iets wat voor mij zorgde voor een samenhang tussen school en thuis. Ook zouden ouders worden uitgenodigd voor de feestelijke afsluiting op woensdag 21 december!

IPC Natuur en Techniek: Drijven Zinken en de boot van Sinterklaas
- Kerndoel 42: De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.
- Toelichting: Met behulp van eenvoudige onderzoekjes doen leerlingen kennis op over en ontwikkelen ze inzicht in eigenschappen van materialen zoals verschillende soorten hout, metaal en kunststof. Hoe gedragen voorwerpen die hiervan zijn gemaakt zich in water: drijven of zinken ze? Geleiden ze elektriciteit die door een stroomkring gaat? Zijn ze magnetisch? Laten ze licht door, en voelen ze warm of koud aan? De leerlingen doen ervaring op met natuurkundige verschijnselen zoals kracht, elektriciteit, magnetisme en temperatuur.
De FeestBeer ging samen met de kinderen Sinterklaas in Nederland verwelkomen. Aan de hand van onze vorige woordweb gingen we deze keer specifiek in op het stukje Sinterklaas. Er werd opnieuw nagedacht over alle dingen die bij Sinterklaas hoorde. We kijken naar het Jeugdjournaal en bespraken de stoomboot, pieten en cadeautjes. Maar hoe kan het dat die boot van Sinterklaas nu blijft drijven? En als we zelf een boot zouden maken, van welk materiaal zouden we dat dan doen? ( gebruik onderzoekscirkel en de stappen hiervan)

Kinderen gingen aan de slag met het stellen van een vraag: Van welk materiaal zal ik een boot kunnen maken die zou blijven drijven? Samenwerkend gingen ze materialen proberen en vaststellen welke spullen bleven drijven en waarom. In les twee gingen ze met verschillende materialen zelf een boot maken op een onderzoekende manier. Deze boot had natuurlijk wel een aantal eisen! De boot moest gewicht dragen, langer dan 1 minuut drijven en de kinderen moesten kunnen verantwoorden waarom ze bepaald materiaal hadden gebruikt.
De mogelijkheid tot verschillende materialen en het zelfsturende zorgde voor een enorme betrokkenheid. De kinderen gingen graag aan de slag en hadden aan twee lessen niet genoeg.



Rekenen en taal: zelfsturend pepernoten bakken.
Pepernoten, dé lekkernij die er bij Sinterklaas zeker bij is. Ik had voor een taal en rekenles het thema pepernoten bakken gekozen. Kinderen gingen het recept lezen (begrijpend lezen) en bespreken. Moeilijke woorden (circa, bereidingswijze, hoeveelheid) werden opgezocht en genoteerd en de maatbekers werden uit de kast gehaald om te meten hoeveel water, melk, suiker en bloem erin moest. Het recept was namelijk voor 15 pepernoten. Hoeveel hadden we dan nodig als we er 30 wilde hebben?

Kinderen gingen opnieuw zelfsturend aan de slag. Dat is ook te zien op mijn live.video die via twitter en theloscope te volgen was. Ze gingen samen in overleg. Dit zorgde voor een active houding waarbij te zien was dat kinderen geboeid en gefascineerd waren. De reacties die ik kreeg waren relevant en ik zag een enthousiasme activiteit bij de kinderen. Kinderen die sterk waren in rekenen werden gekoppeld aan de hond groep van rekenen ( intensief ). Zo werd er van en door elkaar geleerd.
Iets wat ik deze les enorm belangrijk vond was dat de les betekenisvol was. Kinderen leerden nieuwe woordenschat en rekenden met sommen die ze echt nódig hadden. Ze waren bewust van wat ze deden en begrepen waarom ze iets deden. Iets wat ik zeker nog meer in al mijn lessen wil meenemen. Dit is mooi te koppelen aan competentie: Uit het onderwijsontwerp blijkt dat de student anticipeert op mogelijkheden en beperkingen van de leerlingen door rekening te houden met veel voorkomende problemen bij het leren van een vak door de leerling (3.11) In mijn ogen is het veelvoorkomende probleem dat een les niet betekenisvol genoeg is. Kinderen moeten snappen wáárom je ze iets wil leren en het moet aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Wanneer je dit niet verzorgt, zal een kind minder snel betrokken zijn omdat de les geen betekenis heeft.

IPC Aardrijkskunde en Internationaal: Feesten rond de wereld
- Kerndoel 37: De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen
- Toelichting: In dit kerndoel gaat het om de mens en zijn medemensen en het zich gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. Hierbij hoort ook wat kinderen belangrijk vinden aan familie en vriendschappen en wordt het gedrag in ruzies en pesten behandeld. In de lagere groepen zal dit vooral betrokken worden op vriendjes in de klas en in de buurt. Kinderen vertellen hierbij over hun eigen buurt, hun eigen of andere leefgemeenschap. In de hogere groepen worden deze onderwerpen ook in verband gebracht met de samenleving, en komt men op onderwerpen als waarden en normen, discriminatie en tolerantie, culturele verschillen en andere groepen in de samenleving.
- Kerndoel 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
- Toelichting: gewoonten en gebruiken (bijv. bij feesten)
Op maandag 28 november had de FeestBeer een geweldig weekend gehad! Hij had zijn fotoboeken bekeken. Het hele jaar door was hij bij verschillende feesten aanwezig geweest. Hij bezocht Holi, Thanksgiving, Carnaval in Rio en Nieuwjaar in China. De foto's had ik interactief gemaakt zodat kinderen de Beer op het digibord konden vinden. Wanneer ze hem gevonden hadden konden ze op de beer klikken en kregen ze de informatie die bij het feest hoorde én daarbij op de kaart te zien waar het land lag.

Wanneer we door alle feesten de beer gevonden hadden en de kenmerken en het ontstaan van de feesten hadden besproken in de groep gingen de kinderen zelf aan de slag. Ik had voor de kinderen een eenvoudig werkblad gemaakt op een A3 vel waar Beer op getekend was. Nu zouden ze beer zélf in een feest neerzetten.


Hier mochten de kinderen kiezen voor een feest wat we al benoemd hadden via het digibord en de app, of zelf via de computer op zoek gaan naar een feest wat ze wilden gaan onderzoeken. Ze moesten dan zelf op zoek gaan naar kenmerken en deze op het werkblad laten zien.
De kinderen kregen zelf de keuze waarvan ze meer wilden weten, hierdoor was de betrokkenheid deze les erg hoog. Dit was te zien aan concentratie, de alerte reacties en aan de uitgebreide creaties te zien van de kinderen. Ze wilden zelf het blad uitbreiden, en hier kregen ze de kans voor. Er was een groepje dat graag een presentatie wilde voorbereiden over Carnaval in Venetië. Dat hebben ze dan ook mogen doen.


IPC Levensbeschouwing: onderzoek naar het kerstverhaal
Op maandag 12-12 gingen de kinderen van groep 4 samenwerken met de kinderen van groep 7/8 van juf Cindy. Ze hadden kort een introductie gekregen over het kerstverhaal. Hoe ging dat ook alweer?
Terwijl de kinderen luisterden naar het geboorteverhaal van Jezus zorgden de kinderen van groep 7 en 8 al voor laptops, tablets en andere middelen om informatie op te zoeken. Na het verhaal mochten de kinderen vragen gaan stellen over het kerstverhaal. Er kwamen in de kring al vragen naar voren als: 'Waar ligt Bethlehem? En hoe heette de drie koningen? Wat is het beroep van een herder? En wat is een kribbe?' (Onderzoekscirkel, vragen stellen, analyseren en antwoorden zoeken)
In groepjes gingen de kinderen opzoek naar het antwoord van deze vragen. Ze bedachten een vorm om het te presenteren en gingen enthousiast aan de slag. Vele vragen werden opgezocht en de antwoorden ontdekt. Het doel van deze les was natuurlijk onderzoekend aan de slag gaan met de zelfgestelde vragen. Daarnaast was er ook een flinke leerwinst in het gebruik van ICT. De kinderen leerden hoe ze online een vraag konden opzoeken en of een bron bruikbaar was.
Als afsluiting werd informatie uitgewisseld met de vorm 'binnen-buiten' kring. Kinderen waren enthousiast en wilden graag delen wat ze hadden gevonden en beantwoord. De samenwerking stimuleerde het proces en kinderen vulden elkaar goed aan!

IPC muziek en drama: FeestBeer en de Sparrenboom
- Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
- Toelichting: muziek, afkomstig uit verschillende stijlperioden en culturen, in wisselende fragmenten (tot twee minuten), verbonden met het thema of onderwerp. Bij het onderdeel muziek van dit kerndoel gaat het er vooral om dat kinderen zich muzikaal kunnen ontwikkelen. Dat kan door ze bewust om te laten gaan met de gevoelens die liederen, muziekstukjes en verschillende luisterfragmenten bij hen oproepen. Het kan met muziek die zij zelf maken (zingend of spelend). Het kan ook met muziek die ze beluisteren. Kinderen ervaren steeds weer dat muziek iets met hen doet. Ze ervaren echter ook dat zij iets met muziek kunnen doen: zingen, spelen, improviseren, componeren, luisteren. Het zijn allemaal vormen waarbij er een vorm van communicatie ontstaat tussen mensen en muziek. In de communicatie tussen kinderen speelt muziek een belangrijke rol. Ze communiceren met muziek maar ook over muziek die iets voor hen betekent.
Wat was het koud geweest dit weekend! FeestBeer had het een en ander meegemaakt... In het bos had hij gezien hoe een van de sparrenbomen werd meegenomen! Wat zou er met die boom gebeuren? Al gauw kwam hij erachter dat de boom mee naar een huis ging waar hij werd aangekleed!
Kinderen gingen in les 1 aan de slag met de boom optuigen binnen een dramavorm. Het ene kind was de boom terwijl het andere kind hem of haar ging optuigen. Hoe ziet dat eruit? En ben je een grote of een kleine boom? Via Gynzy was de mogelijkheid om aankleding te kiezen die de kinderen gingen uitbeelden.
Daarna gingen we aan de slag met het liedje Denneboom. In een mini-lessenreeks leerden de kinderen het lied: Sparrenboom en leerden ze de tekst van het lied op volgorde te leggen, konden ze instrumenten gebruiken en met boomwackers optreden! Met de kerstavond zal dit liedje worden opgetreden! Filmpje volgt!
Ik merkte zelf dat het verhalend ontwerp bij deze les voor een goede context zorgde. Kinderen waren naar mijn idee meer geboeid deze lessen doordat ze snapten dat dit binnen het verhaal van de beer viel. De les kreeg zo meer diepgang.

IPC geschiedenis: Het grote 'wie-is-wie' spel.
- Kerndoel 51: De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
- Toelichting: Leerlingen kunnen perioden uit hun eigen leven en uit de geschiedenis op een tijdbalk plaatsen en daarbij aanduidingen van tijd en tijdsindeling hanteren. Met een tijdbalk krijgen ze zicht op het moment waarop dingen gebeurden, zowel in het eigen leven als in de geschiedenis van de wereld. Bij oriëntatievermogen in de tijd leren leerlingen gebruik maken van tijdsaanduidingen en tijdsindelingen.
Met de start van mijn IPC-unit had ik contact gehad met alle ouders van de kinderen van groep 4. Hier legde ik uit wat de unit inhield en dat ik van alle kinderen graag een babyfoto op hun eerste of tweede verjaardag wilde gebruiken. Ik kreeg toentertijd al snel van de meeste ouders reactie met een bijgevoegde babyfoto. Hier gingen we op maandag 19-12 eindelijk mee aan de slag!
FeestBeer wist niet wat een verjaardag inhield! Wat toevallig dat net vandaag het broertje van Cayha was geboren! Dit was een perfecte inleiding om de les mee te beginnen. Want wat vier je bij een verjaardag? En zie je er dan elk jaar anders uit? Wanneer ben je jarig? En wanneer is je maatje (andere leerling) jarig?
We begonnen met het Wie is Wie spel. Alle babyfoto's van de kinderen werden verspreid door de school. De kinderen moesten samenwerkend uitzoeken welke kind er op de foto stond.

In een wedstrijdvorm gingen kinderen enthousiast aan de slag. Dit spel was natuurlijk leuk, maar was vooral ook uitnodigend voor het leerdoel van de les. De kinderen moesten de verjaardagen op chronologische volgorde leggen en aan de 'jaarlijn' hangen. Ik zorgde voor de maanden en de kinderen mochten aan de slag.
De kinderen maakten zelf de nodige criteria. Doordat ik een toekijkende rol had, en er vooral voor zorgde dat kinderen niet omvielen bij de lijn mochten ze zelf de rest doen. Kinderen die al bekend waren met de maanden legden aan anderen uit op welke volgorde ze moesten worden gehangen. Weer anderen besloten de verjaardagen binnen de maand op volgorde te leggen en te kijken naar de afstand tussen de foto's. Al bij al duurde deze opdracht 20 minuten waarbij ik niet geholpen heb. Na de 20 minuten liepen we langs de lijn. Klopte het overal? Kinderen keken kritisch naar wat ze gedaan hebben. Ook werd het nieuwe broertje van Cayha feestelijk opgehangen in het midden van december. Er werden beschuiten met muisjes rondgedeeld en gingen kinderen aan de slag met cadeautjes voor het nieuwe kindje.

Al met al...
Ik haal alvast een stukje uit mijn zelfreflectie voor deze OGP om toe te lichten hoe ik bij Quest 5 gewerkt heb, en al mijn criteria kan laten zien.
Vakinhoudelijke en vakdidactische keuzes in het onderwijsontwerp worden onderbouwd vanuit inhouden uit de profieldelen van de kennisbases van de gekozen profilering (3.4) Ik kies er bewust voor om veel te werken met de onderzoekende houding en de onderzoekscirkel. Ik weet dat dit aansluit bij de kinderen, het idee van IPC en natuurlijk de visie van mijn stageschool. Bij de meeste lessen van IPC die ik verzorg zorg ik ervoor dat kinderen zélf kunnen kiezen wat ze willen leren en hoe ze achter deze informatie komen of de informatie verwerken. Vakinhoudelijk sluit alles aan bij het thema en het verhalend ontwerp wat ik voor de klas binnen de IPC-unit heb verzorgt.
Bij de in het onderwijsontwerp gehanteerde werkvormen wordt gebruik gemaakt van actuele media en technologie (3.8) Media en technologie staat als basis in mijn lessen. Binnen de unit die ik gemaakt heb heb ik de lessen en doelen zo vormgegeven dat iedere docent hiermee aan de slag kan. Ook leerkrachten die niet ICT-technisch zijn kunnen aan de slag met voorgestelde tools die ik benoem. Technologie staat ook centraal binnen het onderzoek doen. Kinderen kunnen op elk moment van de dag informatie opzoeken op een computer. Ook worden er bewust doelen gesteld waarbij ze leren omgaan met google, computers, tablets enz. De les LeVo is hier een goed voorbeeld van. Samen binnen de maatjesvorm leren de kinderen van groep 4 niet alleen wat ze willen weten, maar krijgen ze ook informatie over hoe ze een vraag kunnen opzoeken en hoe ze google moeten gebruiken.
De in het onderwijsontwerp op bouwniveau beschreven leerdoelen zijn vakoverstijgend (verbonden aan ten minste rekenen en taal en de vakken van de gekozen profilering) en verantwoord vanuit landelijke tussen- en einddoelen (3.5) De lessen worden vakoverstijgend aangeboden. De les pepernotenbakken staat voor rekenen en taal bewust gegeven met een betekenisvol doel. Kinderen snappen waarom ze iets leren. de IPC doelen die ik gekozen heb voor mijn lessen zijn doelen die jaarlijks terugkeren. Zo hebben alle kinderen binnen 8 jaar de doelen een keer aangeboden gekregen binnen een groeiende lijn. Je zou deze doelen dus als tussen doelen kunnen zien, maar ook als einddoelen binnen de lesdoelen.
De leeromgeving zodanig in te richten dat alle leerlingen worden uitgedaagd tot leren in hun eigen zone van naaste ontwikkeling (4.3) IPC zorgt ervoor dat elk kind zelf een plan kan maken bij de les. Zo zullen alle kinderen tot leren komen en wordt het proces door de leerling zélf ingevuld. Hier ben ik deze unit extra op in gegaan. Zo worden kinderen uitgenodigd om de uitdaging aan te gaan om zelf te kiezen hoe ze willen leren. De onderzoekscirkel is hier opnieuw een goed voorbeeld van: alle kinderen kunnen binnen een onderzoek (zoals die bv. bij natuur en techniek is vormgegeven) een rol aannemen die bij een kind past.
Het onderwijsontwerp heeft een expliciet gemaakte relatie met actuele, relevante ontwikkelingen op lokaal, regionaal, nationaal en/of internationaal niveau (3.19) IPC staat voor International Primary Curriculum. Zij gaan specifiek in op het gedeelte internationaal zoals ik hem ook bij de aardrijkskunde les naar voren heb gebracht. Binnen de school was de les LeVo iets wat voor mij, door de relevante ontwikkeling, zorgde voor een probleem. De Cirkel is een openbare school die kerst wel bespreken en gebruiken, maar je moet de les zo verantwoorden dat het kerstverhaal één manier is om het te geloven. Kinderen moeten zelf de kans krijgen om te beoordelen wat ze ermee doen. De relevante ontwikkeling van de visie van de school zorgde ervoor dat ik de les zo moest invullen dat kinderen zelf konden oordelen wat ze ervan vond. Vandaar het uitgebreide onderzoeksgedeelte. Bij de les aardrijkskunde zijn de kinderen op feestculturen ingegaan wat zorgde voor het internationale niveau van de unit. De unit werd zo een stukje groter en de context uitgebreid.
In het onderwijsontwerp is verantwoord op welke manier gebruik is gemaakt van kansen en mogelijkheden in de omgeving van de school 6.3) Wat mij het meeste aanspreekt is de mogelijkheid om groot te denken. De begeleiding van IPC coördinator Ed van Uden zorgde voor mij een mooi feedback mogelijkheid. Hier heb ik zeker, met Ed als externe, gebruik van gemaakt.
Uit het onderwijsontwerp blijkt dat de student anticipeert op mogelijkheden en beperkingen van de leerlingen door rekening te houden met veel voorkomende problemen bij het leren van een vak door de leerling (3.11) Ik heb dit eerder al benoemd bij het stukje Rekenen en Taal. Een probleem bij het leren van een vak is de betekenis van het vak. Lessen zijn vaak niet betekenisvol waardoor de les niet binnenkomt. Hier ben ik bewust mee aan de slag gegaan, maar dit wil ik zeker nog verder uitbreiden.
In het onderwijsontwerp is verantwoord op welke manier gebruik is gemaakt van kansen en mogelijkheden door het betrekken van ouders (6.2) Ik heb ouders betrokken in mijn unit. Na een contact met alle ouders via de unit-welkomsbrief heb ik ouders op verschillende momenten gevraagd om met kinderen thuis te bespreken wat er gedaan was en wat ze geleerd hebben. Ik kreeg wekelijks mailtjes van ouders over de gespreksonderwerpen. Ook heb ik ouders uitgenodigd om te komen kijken naar de opbrengst op woensdagavond 21-12. Ouders hielpen mee met het sturen van babyfoto's en dachten met mij mee over het vieren van het eindfeest. Er zal eten worden verzorgt en ouders komen kijken naar het muziekoptreden wat er gegeven zal worden. Ik heb gemerkt dat het contact met ouders, of het nu aan de deur of via de mail is, erg belangrijk is!

Woensdag 16 November – Festival Wetenschap, Techniek en Technologie
Vandaag zijn we naar een fantastische dag in Madurodam geweest. We werden ondergedompeld in verschillende theorieën, visies en onderwijsprincipes. Deze waren direct toepasbaar in onze praktijk én sloten perfect aan bij bij het aanbod van de Pabo. We kregen te maken met workshops ‘Bouwen met taal: taalgericht W&T-onderwijs op de basisschool’ , konden meedoen met uitleg Mystery Bags ( hier kwam Ontwerpend Leren enorm aan bod) en kregen de mogelijkheid om zelf Madurodam te ontdekken.

De dag was enorm professioneel ingericht. Het was goed verzorgt, en de lunch was lekker. Door de vele keuzes die we zelf konden maken, was de betrokkenheid hoog. Alle workshops werken adaptief aangeboden en er was genoeg ruimte voor collegiale consultatie. Tijdens de workshop Mystery Bags gingen we hands-on aan de slag met Ontwerpend Leren. Het plan was er om zelf een uitvinding te maken, aan de hand van een aantal voorwerpen en een maatschappelijk probleem. Ons ontwerp mochten we presenteren. Na afloop werden er reacties gegeven en hebben we met deelnemers van de workshop gereflecteerd.

Ook Social Media werd volop ingezet. Op verschillende momenten kon je via Instagram en Twitter je bevindingen delen. Deze werden afgebeeld op schermen en ze kwamen langs om jouw verhaal te horen.
Aan het einde van de dag zijn we met z’n vieren naar de Lion King gegaan. Zo hebben we ook nog geïnvesteerd in onze cultuureducatie ;)
Waardevol was het woord wat deze dag goed kon samenvatten. We hebben veel geleerd en zijn zelf aan de slag gegaan. De koppeling naar praktijk en werkveld is voor ons beter te realiseren en we hebben genoeg ideeën kunnen meenemen. De samenwerking met iedereen droeg mee aan de leuke en leerzame dag!

Mijn eigen IPC unit - van proces naar product
Ik ben deze week gestart met het ontwerp van mijn eigen IPC unit. In overleg met de werkplek gaat het thema Feest! zijn. Ik ben gaan kijken naar hoe een unit in de methode is opgebouwd. Na overleg met de IPC coördinator en de begeleider vanuit IPC hebben we gekeken naar het plan wat ik had gemaakt, en hoe ik de unit vorm ga geven. Ik ben gestart met de cyclus van IPC en heb het startpunt op papier gezet. Ook is de onderzoeksactiviteit al in overleg ontstaan.
De start is in ieder geval gemaakt! De ideeën zijn er op kladpapier en de domeinlessen bedacht. Wat ik nu vooral ga doen is het invullen van het IPC sjabloon met daarbij de koppeling naar Quest 4. Design. Ik ga in dit ontwerp bewust aan de slag met de 4 hoofd designs die ik eerder heb gekozen: onderwijs naar betrokkenheid, verhalend ontwerp, ICT en media en ouderbetrokkenheid. In overleg met IPC moet ik het sjabloon opsturen zodat deze kan worden goedgekeurd. Het is belangrijk dat dit gebeurt. Op deze manier heb ik vanuit een externe instantie een blik op mijn ontwerp en krijg ik feedback richting mijn opdracht. Ik kan dan kijken of het ontwerp wat ik heb gemaakt uitvoerbaar is, en zo kunnen andere groepen via IPC de unit gaan uitvoeren.
Tot nu toe heb ik door dat het erg veel werk is, maar ik vind het ontzettend leuk om het te doen. Wordt vervolgd!

Quest 4. Design
Een aantal dingen die centraal staan voor mijn Design zijn onderwijs aanbieden naar betrokkenheid, verhalend ontwerp. gebruik van ICT en media, en ouderbetrokkenheid.
Als ik denk aan het onderwijsprincipe waar de Cirkel in aan het groeien is, is het wel het Ervarings Gericht Onderwijs. De pedagogische visie en didactiek die bij het EGO horen, danken hun ontstaan aan een bepaalde manier van kijken: de ervaringsgerichte benadering. Daar ligt de kern van het EGO. Je gebruikt je eigen ‘ervaringsstroom’ als middel om je beter in de ervaring van de ander te verplaatsen.
Ook heb ik mij verdiept in het Adaptief onderwijs. Adaptief onderwijs is het zoeken van manieren om tegemoet te komen aan verschillen in onderwijsbehoeften bij kinderen. Omgaan met verschillen tussen leerlingen dus. Veranderingen die bijdragen aan dit idee maken het onderwijs adaptief. Een voorbeeld hiervan is het verlengen van de instructie bij begrijpend lezen voor een klein groepje leerlingen. Concreet kan dit inhouden dat je als leerkracht met deze kinderen nog een aantal extra teksten doorneemt, met als doel om kinderen meer vaardig te maken in het kunnen onderscheiden van een verhalende van een informatieve tekst.
De achterliggende gedachte bij ervaringsgericht onderwijs is dat alleen onderwijsleeractiviteiten waarbij de kinderen zich betrokken voelen tot effectief leren kunnen leiden. De overeenkomst met adaptief onderwijs is dus groot, want beide stromingen zoeken de voornaamste bron van effectief leren in de leerhouding van het kind. Het verschil zit met name in de manier waarop het begrip leerhouding gebruikt wordt. Bij adaptief onderwijs is de drieslag competentie, autonomie en relatie het uitgangspunt, terwijl bij ervaringsgericht onderwijs het begrip betrokkenheid centraal staat. De gedachtewereld achter ervaringsgericht onderwijs zou je dus ook kunnen omschrijven als een manier om het onderwijs beter aan te passen aan de verschillende onderwijsbehoeften bij kinderen. Adaptiever onderwijs dus.
Wat betekent dit voor het thematisch en vakoverstijgend werken binnen de Cirkel concreet?
Het thematisch werken, hoe dit wordt aangeboden via IPC en de lessen er omheen zal zo moeten worden aangepast naar de betrokkenheid van de kinderen zodat de onderwijsbehoeften kunnen worden voorzien. Binnen deze lessen betekent dit dat er sprake moet zijn van zelfsturing van de kinderen en de kinderen keuzes moeten mogen maken in wat ze mogen leren. Hetzelfde geldt bij het vakoverstijgend werken. Vakoverstijgend werken heeft zijn voordelen. Zo kunnen leerlingen veelal op hun eigen manier leren. Vakoverstijgend werken biedt leerlingen de kans om zelf te mogen bepalen hoe ze kennis gebruiken. Dit kan ook weer gecombineerd worden met de Theorie van Meervoudige Intelligenties (Hendriksen, 2011).
- Kinderen zelf laten kiezen wat ze willen leren, hoe ze iets willen leren.
- Inspelen op betrokkenheid: wat is relevant voor kinderen? Waar liggen de interesses? En hoe kan je deze gebruiken om stof aan te bieden?
- Betekenisvol leren: waarom leren we iets?

Binnen het thematisch werken spreken we van verschillende aanpakken. Mij spreekt de interdisciplinaire en de transdiciplinaire aanpak het meeste aan. Beide aanpakken kunnen worden gegeven binnen de vorm van verhalend ontwerpen. Steve Bell ontwikkelde in Schotland een bijzondere benadering van onderwijs; ‘Storyline Approach to Education’. In Nederland staat de methode bekend als Verhalend Ontwerpen. In een Verhalend Ontwerp verlopen de leeractiviteiten als een verhaal, een verhaal dat door de leerlingen zelf voor een groot deel wordt ingevuld of afgemaakt. Kenmerkend voor deze vorm van onderwijs is de betrokkenheid van de leerlingen en de samenhang tussen de verschillende vakken in zinvolle contexten. Er wordt ingehaakt op de werkelijkheid van de leerlingen. Leerlingen worden aangesproken op wat ze kunnen en krijgen ruimte voor eigen beslissingen en het nemen van initiatieven. Belangrijk hier is de rol van de leerkracht. De leraar zorgt ervoor dat er een leeromgeving ontstaat die de leerlingen uitnodigt tot activiteiten. Ook biedt hij structuur waar nodig. Hoewel de lesinhoud veel vrijheid aan leerlingen bieden, verlopen de lessen planmatig en is er een inhoudelijke voorbereiding door middel van een draaiboek. De vijf belangrijkste componenten van een Verhalend Ontwerp zijn: 1. Verhaallijn 2. De episodes 3. De sleutelvragen 4. De incidenten en 5. Het wandfries. De verhaallijn vormt de rode draad van het project. Deze is onderverdeeld in episodes en binnen deze episodes worden de leerlingen actief.
Vanuit de verschillende bouwen is het belangrijk dat het verhalend ontwerp aansluit bij de interesses van de groep. Voor de onderbouw zou je het ontwerp op een andere manier moeten aanbieden dan bij de bovenbouw. Ook mag de vraagstelling en het incident gecompliceerder zijn in de bovenbouw.
Wat betekent dit voor het thematisch en vakoverstijgend werken binnen de Cirkel concreet?
- Gebruik maken van Verhalend Ontwerp ( denk aan Omdenken)
- Gebruik maken van sleutelvragen
- Goede voorbereiding voor de verhaallijn en de episodes
- Aansluiten bij leerlijnen
- Presenteren hierin naar voren brengen
Naast het onderwijs adaptief aan te bieden vind ik het belangrijk dat er in het ontwerp wordt nagedacht over de toekomst van kinderen. De tijd die nu is is over 10 jaar weer zo anders. De cirkel van het 21 eeuwse vaardigheden is hier een perfect voorbeeld van. Naar mijn idee mag er meer gewerkt worden met ICT en media. Dit houdt niet alleen in dat leerlingen achter de computer zitten, maar ook dat docenten stof aanbieden op een speelsere manier. Denk hierbij aan het gebruik van KaHoot, YouTube, QuizStud, Hot Potatoes of TOURtoDO. Dit zal zorgen voor betrokkenheid. Uit eigen ervaring heb ik gemerkt bij ProDemos en bij ons bezoek in Amersfoort dat gamification of het gebruik van Apps en ICT zorgt voor betrokkenheid.
Er is geen aparte kennisbasis voor ICT en media. Deze is opgenomen in de kennisbasis generiek. De toepassing van deze kennis doorsnijdt het hele beroepsmatig handelen van een eigentijdse leraar basisonderwijs. Het maakt daarmee integraal deel uit van alle kennisbases. ICT en media zijn zowel inhoud van onderwijs als middel om eigentijds onderwijs te verzorgen in alle vakken. Juist door er geen aparte kennisbasis voor te definiëren wordt benadrukt dat dit thema expliciet in alle vakken dient terug te komen. Waar mogelijk en relevant zijn in de vakken ICT-doelen opgenomen, te combineren met meer generieke kennis van mediadidactiek.
Technologie komt meer en meer de klas in, en maakt deel uit van de dagelijkse leeromgeving van kinderen. In steeds meer klassen spelen kinderen enthousiast met programmeerbaar speelleermateriaal. Spelen, experimenteren en leren gaan hand in hand. Kinderen leren technologie al doende begrijpen en ervaren de lol van het zelf ontwerpen en maken. Ze ervaren onder meer dat je een computer heel precies opdrachten moet geven, omdat een computer alleen uitvoert wat jij zegt. Zo kan je een robot bijvoorbeeld een parcours af laten leggen en ontdek je wanneer je opdracht verkeerd was; de robot raakt dan van het parcours af. Leerlingen maken kennis met coderen, het geven van instructies in een taal die de computer begrijpt, bijvoorbeeld met commando blokjes.
Naast programmeren, komt ook computational thinking als nieuw begrip in het onderwijs voor. Hierbij gaat het om het denkproces dat de basis vormt voor het programmeren. Jeanette Wing (2006) omschrijft het als volgt: ‘Het denkproces waarmee problemen en hun oplossingen zo worden geformuleerd dat ze kunnen worden gepresenteerd in een vorm die effectief kan worden uitgevoerd door een informatie verwerkend tussenpersoon, zoals een computer of een mens, of een combinatie van beide.’ De nadruk ligt bij computational thinking dus op de manier van denken die een programmeur toepast om tot een oplossing te komen. Computational thinking kun je zowel met als zonder programmeertools oefenen. Als je kinderen de denkprocessen laat toepassen zonder technologie te gebruiken, wordt dit ook wel ‘unplugged’ genoemd. Met programmeertools ervaren kinderen de lol van het ontwikkelen; ze zien meteen hoe het zelfbedachte concept leidt tot zelfgemaakte software.
Dit sluit aan bij verschillende leerdoelen:
Voor denken als een programmeur heeft de CED-Groep een doorgaande lijn ontwikkeld. De lijn bevat doelstellingen voor de onder-, midden en bovenbouw van het primair onderwijs, op de volgende vijf onderdelen:
• Patroonherkenning
• Algoritme
• Decompositie
• Abstractie
• Data en classificatie
Met behulp van de leerlijnen van de CED kan het programmeren en ICT gebruikt worden in de dagelijkse lessen (vakintegratief). Als leerkracht is het hier nodig dat je de juiste 'tools' kiest.
Bij kerndoel 45 van Natuur en Techniek wordt gesproken over het oplossen van technische problemen door middel van ontwerp, uitvoeren en evaluatie. Deze sluit aan bij programmeren en computational thinking.


Maar ook leerlijnen van rekenen zijn te koppelen: Bij meetkunde ontwikkelen de kinderen een speciale taal voor vormen, plaatsaanduidingen en onderlinge posities en richtingen. Kinderen leren onder andere werken met bouwsels, bouwplaten, schaduwen, spiegels, plattegronden, kaarten en foto's. Ze tekenen en lezen kaarten en werken met schaal. Het werken met de BlueBot is hier een goed voorbeeld. Kinderen leren zelfstandig een plattegrond tekenen waarbij ze aan elkaar moeten uitleggen hoe de robot moet lopen.
Wat betekent dit voor het thematisch en vakoverstijgend werken binnen de Cirkel concreet?
- Gebruik van Tools en ICT in de klas
- Aansluiten bij ontwikkelingen in de maatschappij en belevingswereld van de kinderen.
- Aanbieden van programmeren op school (ICT)
Binnen het werken op school is het, naar mijn idee, belangrijk dat talenten van kinderen worden ingezet. Talenten zorgen voor succeservaringen. Niet alleen het talent van kinderen maar ook het talent van leerkrachten én ouders zijn hier belangrijk! Ouders horen betrokken te zijn bij het leerproces op school. Wanneer we aan de slag gaan met thematisch en vakoverstijgend werken is een samenwerking met ouders van groot belang. Een goed onderwijsprincipe wat hierbij aansluit is het Reggio Emilia Approach (ouderbetrokkenheid). Een van de kenmerken van het Reggio is het belang van ouderparticipatie: ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van hun kind. Er wordt veel overlegd met de ouders binnen het onderwijs.
Ouders kunnen zorgen voor de verbreding van de stof, de koppeling naar de wereld buiten school en kinderen kunnen laten zien wat ze doen op school. Het stukje presenteren binnen het thematisch werken kan ook in verband worden gebracht met ouders. Kinderen kunnen laten zien waar ze mee bezig zijn geweest. Als leerkracht is dit ook een goede manier om te kijken wat kinderen kunnen en wat ze begrepen hebben van de gegeven lessen. Daarnaast is presenteren een vaardigheid die een steeds grotere rol speelt naar onze ontwikkeling in de toekomst. Hier kunnen we dubbel gebruik van maken.
Wat betekent dit voor het thematisch en vakoverstijgend werken binnen de Cirkel concreet?
- Ouders betrekken bij werk op school
- Presentatie onderdeel naar ouders voor meer betekenis
Samengevat betekent dit voor de rol van de leerkracht:
- Sta open voor de rol van de kinderen en kijk wàt ze willen leren en hoe ze dit willen leren. Hoe kun je hierachter komen? Ga in gesprek mèt het kind en kijk.
- Hetzelfde geldt voor de betrokkenheid: zoek de momenten wanneer kinderen gemotiveerd zijn. Ga hierop in en gebruik opnieuw dat gesprek en de juiste kijkvragen ( Hoe zie ik dat een kind betrokken is? Wat doet betrokken goed met mij en met het kind? Hoe behoud ik deze betrokkenheid?). Oefen, observeer en kijk wat er gebeurt
- Maak tijdens het leren duidelijk: 'Waarom leren we iets?'. Koppel lesstof aan de huidige maatschappij en gebruik media als koppeling. Wees ook kritisch naar jezelf. Hoe is je rol hier in? Vraag feedback en laat anderen naar jou lessen kijken.
- Maak gebruik van de principes van Verhalend Ontwerp.
- Gebruik maken van sleutelvragen
- Goede voorbereiding voor de verhaallijn en de episodes (weet wat je wilt, heb dit voor jezelf duidelijk. Sta achter je verhaal en maak het duidelijk)
- Aansluiten bij leerlijnen
- Gebruik de presentatie vorm tijdens je lessen zodat de kinderen kunnen laten zien waar ze mee bezig zijn geweest. Laat ze presenteren op een manier die ze willen zodat ze zichzelf kunnen ontwikkelen ( presentatie, film, foto, moodbord, woordweb enz.). Een presentatie krijgt meer betekenis wanneer de kinderen dit mogen doen voor een andere groep, ouders of 'juryleden'.
- Gebruik Tools en ICT in de klas. Zet deze op verschillende manieren in en sluit aan bij de ontwikkeling en interesses van de kinderen. Online is enorm veel te vinden.
- Ga in op de ontwikkeling van programmeren binnen het onderwijs. Kijk hoe je programmeren kunt integreren in vakken, maar ga ook zelf aan de slag. Maak kinderen ook duidelijk wat programmeren betekent.
- Betrek ouders bij het werk op school; laat ouders komen kijken naar het werk wat kinderen doen (presentatie). Neem contact met ouders omtrent het thematisch werken en laat ouders de klas in komen. Zet talenten van ouders in tijdens workshops of laat ze op school vertellen over wat ze weten en doen (experts in de klas).
Ik stel de volgende onderzoeksvraag: Op welke manier kan ik binnen het vakoverstijgend werken, zorgen voor betrokkenheid?

Kennismaking IPC - eigen gebruik
Op maandag 10 oktober ben ik voor het eerst aan de slag gegaan met een 'unit' van IPC en heb ik kennis mogen maken met het werken via deze methode binnen thematische lessen. Ik heb deze lessen zelf gedaan in de klas en een eigen draai gegeven aan de bestaande les.
In groep 4 zijn we gestart met het thema 'Kleding'. Een unit duurt om en nabij 10 weken waarin alle domeinen en leerlijnen zijn betrokken. Zo zou een leerling in 8 jaar tijd alle leerlijnen moeten kunnen betreden en hier mee aan de slag zijn gaan. Vandaag zou ik aan de slag gaan met de leerlijn van geschiedenis: 1.6 Ik kan verschillen zien tussen mijn leven en het leven vroeger (specifiek) (tule.slo.nl). Naast deze leerlijn waren er meerdere waar we deze les aan werkten. 1.6 was echter de meest specifieke waar we op in gingen. Daarnaast waren ICT vaardigheden nodig zoals 'informatie opzoeken op Google, informatie inzetten in je project en informatie delen via de computer'. Hier hebben we met de klas al eerdere lessen mee geoefend.

Met als introductie een Prezi: https://prezi.com/bbptaavtsnbs/kleding-door-de-jaren-heen/ kregen de kinderen te zien hoe kleding door de jaren heen is veranderd. Tijdvakken Romeinen, Jagers & Verzamelaars, Ridders en Computer en Ruimtevaart kwamen in de les naar voren. Van welk tijdvak benoemden we wat de belangrijkste kenmerken waren. Na de introductie mochten de kinderen aan de slag met het ontwerpen van de kleding voor de mensen in verschillende tijden. Ze konden kiezen voor een aangeboden tijdvak, of voor een andere tijd. Ik had verschillende prenten-, lees- en informatieboeken mee. Hier konden ze van andere tijden de kleding bekijken.

Kinderen mochten op de computer op zoek gaan naar informatie en dit op hun ontwerpblad laten zien. Zelfsturing werd bevorderd door het zelf kiezen van materiaal voor het ontwerp. Kinderen mochten zelf bedenken en regelen wat ze wilden gaan doen.
Na les 1 was een korte presentatie ronden duidelijk nodig in de groep. Ze wilden allemaal laten zien wat ze gemaakt hadden en hoe ver ze waren.
In les 2 kregen kinderen de kans om hun vorige project af te maken. Ook gingen we kijken naar verschillende accessoires in de tijdvakken.


Mijn ervaring met IPC is tot nu toe erg positief. Ik ben benieuwd naar alle verdere lessen. Het valt mij enorm op dat kinderen erg gemotiveerd zijn om zelf aan de slag te gaan. Ze krijgen veel ruimte en kunnen zelf keuzes maken. Ik ga hier zeker verder mee aan de slag!

Quest 2. Recce
Basisschool de Cirkel is een organisatie die aan het leren is. In het onderwijsaanbod wordt rekening gehouden met het feit dat niet iedereen op dezelfde manier leert. Kinderen van verschillende leeftijdsgroepen en met verschillende ontwikkelingsniveaus werken samen waardoor ze van elkaar leren.
De Cirkel is dit jaar gestart met IPC. IPC is een programma waarbij alle zaakvakken (geschiedenis, aardrijkskunde, maatschappijleer, levensbeschouwing, techniek, ICT) en creatieve vakken (dans, drama, muziek, cultuur) geïntegreerd worden aangeboden (International Primary Curriculum, 2012). Het uitgangspunt van IPC is dat het kind betrokken en gemotiveerd raakt, waardoor het kind zelf van nature graag wil leren. Dit sluit dan ook helemaal aan bij de visie van de Cirkel[1]: ‘Betrokkenheid en motivatie: het kind is de beste leerkracht. Betrokkenheid en motivatie zijn van groot belang om tot leren en ontwikkelen te komen, afgestemd op de mogelijkheden van het kind’ Hierbij staan ook de vaardigheden die een kind moet ontwikkelen centraal. Denk hierbij aan: samenwerken, creatief denken, oplossingsgericht denken, onderzoekende houding enz.

De leerkrachten van de Cirkel zijn momenteel bezig met het activeren van deze onderzoekende houding. Het leerproces van het team wordt door waarn. Directeur Anke van der Lee dan ook wel het ‘omdenken’ genoemd. ‘Het vraagt van leerkrachten veel. Hoe krijgen we het voor elkaar dat het voor leerkrachten mogelijk is, wat heeft een leerkracht nodig?’ Voor IPC werkten ze op de school met losse methodes. Hierdoor is er veel verschil wat betreft de beginsituatie van alle leerkrachten.
Ouders worden op deze school betrokken bij het leerproces. Onderbouw en bovenbouw gaan met ouders aan de slag om talenten te kunnen ontwikkelen. Ouders kunnen bijvoorbeeld een atelier aanbieden in de vorm van een workshop. Om de 8 weken mogen kinderen zich inschrijven bij een workshop naar keuze. Denk hierbij aan een workshop koken, zagen enz. Dit zorgt voor betrokken ouders.
Ook benoemt van der Lee de must om aan te sluiten bij de ontwikkeling van de kinderen. De school is bezig met de verschillende intelligenties en talenten. Dit is te vergelijken met de verschillende talenteilanden. De complete ontwikkeling van kinderen staat centraal. Zo zijn er bijvoorbeeld Denkeiland, Muziekeiland, Sameneiland, en Natuur- en Techniekeiland. Door alle eilanden te bezoeken ontdek je je eigen en elkaars talenten. Hierbij wordt de zone van naaste ontwikkeling gestimuleerd met behulp van een rijke leeromgeving. Hierbij is het ruimte geven als docent van groot belang. Van te voren moet goed worden nagedacht over de mogelijkheid die je als leerkracht de kinderen geeft.

Veel eilanden zijn al vertegenwoordigd in de school. Overkoepelend is er een mogelijkheid om nog meer met wetenschap en techniek aan de slag te gaan, waarbij ook ICT geïntegreerd kan worden aangeboden. Talenten van kinderen kunnen groeien door wetenschap- en techniekactiviteiten: wanneer kinderen bezig zijn met het ontdekken van hun leefwereld, met logisch denken, fijne motoriek, verbeelden, ondernemen én samenwerken. ICT en mediawijsheid sluit aan bij de belevingswereld van de kinderen op dit moment. Dit punt zal steeds groter worden in de toekomst. Op de Cirkel zou hier nog meer uit gehaald kunnen worden. Elk kind zal hier zijn of haar eigen draai in moeten vinden, net als elke docent. Dit sluit perfect aan met het doel en de visie van de school: “We kunnen niet van alle kinderen dezelfde sterren maken; we kunnen ze wel allemaal laten schitteren”. Elk kind is anders en mag laten zien wie hij is, wat hij kan en wat hij wil. We richten ons op de brede ontwikkeling van de identiteit van het kind. Iedereen waardeert en voelt zich gewaardeerd op de Cirkel. Door vallen en opstaan, door zelf keuzes te maken, door in de spiegel te durven kijken, leer je je eigen persoonlijkheid kennen en kom je tot prestaties. Het motto van de school daarbij is: “Eerst het kind, dan de leerling!”

Vrijdag 16 september - ProDemos
Vrijdag 16 september waren wij, met de derdejaars pabostudenten, te vinden in Den Haag. Hier bezochten we ProDemos. ProDemos is een organisatie die uitlegt wat de spelregels zijn van de democratie en de rechtsstaat en laat zien wat je zelf kunt doen om invloed uit te oefenen – in de gemeente, de provincie, het land en Europa.
ProDemos biedt groepen Pabo-studenten een educatief programma in Den Haag. Tijdens dit programma bezoeken je als docent onder andere de Tweede Kamer.

Het programma heeft twee doelen:
- Leren hoe onze democratische rechtsstaat in elkaar zit.
- Kennismaken met de onderwijsprojecten van ProDemos.
We zijn bezig geweest met debatteren, hebben de weg van een wetsvoorstel en motie bij minister gezien, zijn wezen kijken bij de eerste én tweede kamer, hebben vragen beantwoord over onze rechtstaat, grondwet en hiërarchie, maar hebben vóóral veel ideeën opgedaan hoe wij als toekomstige juf of meester hiermee aan de slag kunnen in onze eigen klas. Na afloop kregen we allemaal een boekje met tien werkvormen voor in de klas mee naar huis.

De dag was ontzettend leerzaam en de begeleiding erg fijn. Voor mij persoonlijk gaf ProDemos een inzicht wat je na je studie nog meer met kinderen zou kunnen doen, naast voor de klas staan. Ik heb gemerkt dat ik belangstelling heb voor de Nederlandse Politiek en politieke vraagstukken. We kregen online van Marieke Keyzer, een van de geweldige begeleiders die dag, een leuke reactie op onze foto bij ProDemos!
ProDemos bedankt!

Zou je zelf met jou klas naar ProDemos willen? Of in je gemeente met je groep of verschillende scholen Democracity willen spelen? Met het educatieve doe-programma Democracity maken kinderen uit groep 7 en 8, of leerlingen van het praktijkonderwijs en het speciaal onderwijs voor het eerst kennis met democratische besluitvorming. Ze brengen een bezoek aan het gemeentehuis en bouwen samen een stad.
Kijk dan even op de site van ProDemos!

5-9-2016 Subjectieve kaart
'Een kaart naar mijn hart'
Voor Quest 1 was een onderdeel mijn subjectieve kaart. Toen ik deze opdracht uitlegde was het voor mij vooral 'een kaart waar mijn hart ligt'. Hier heb ik dan ook mijn persoonlijke draai aan gegeven.
Dit hart is gevuld met vele verschillende plekken die ik al heb mogen bezoeken. In mijn gezin is van jongs af aan de drang om te reizen er goed ingeduwd. Elk jaar bezochten wij een ander land en afgelopen jaar heb ik officieel alle Europese landen van mijn lijst af mogen strepen. Buiten Europa hebben ik alleen, met mijn gezin of met een groep ook al wat landen mogen bezoeken. Deze plekken heb ik echt in mijn hart gesloten. Ik houd enorm van reizen omdat ik zo een vrijheid ervaar.

In mijn hart is een plek die aangegeven staat als ‘you are here’. Deze plek staat op de plek waar mijn huis in Langenboom staat. Hier woon ik met mijn ouders en twee broertjes.
In Langenboom ben ik op basisschool ’t Stekske gestart in de instromers, na groep 8 vertrok in naar het Udens College in Uden en uiteindelijk naar de Fontys in Veghel. Deze weg staat op mijn kaart aangegeven.

Om dit hart heen heb ik allemaal andere dingen die het beeld van het hart vormen zoals het nu is. De kaart is gevuld met foto’s van mijn familie, vrienden en vriendinnen, plekken die ik bezocht heb, instrumenten die ik bespeel, een van mijn favoriete quote’s en de allermooiste zin uit mijn lievelingsboek Pride & Prejudice.
Zie hieronder meerdere foto's.






Naast het feit dat ik dit hart zelf gemaakt heb, is deze opdracht natuurlijk ook super om met kinderen te doen! Dit is mogelijk met alle leeftijden en groepen.
Het les idee zou kunnen zijn om dit dan met een geïllustreerd hart, net als hiernaast, te doen. Ook zou je in plaats van alleen maar kaarten die het hart vullen allemaal foto's van kinderen kunnen gebruiken. Je zou kunnen vragen of ze foto's meenemen van dingen die ze belangrijk vinden of je neemt tijdschriften mee waar ze in kunnen knippen van dingen die ze willen opplakken.
In de lagere groepen kun je werken met 'dingen die ze leuk vinden' terwijl je in de bovenbouw je verwachtingen kunt aanpassen naar de groep. Laat ze een hart maken van dingen die ze belangrijk vinden, dingen die ze niet kunnen missen of onderwerpen die ze willen bereiken (bucket-list idee).
De lessen zijn te koppelen aan de leerdoelen van tule.slo.nl aan 'Oriëntatie op jezelf en de wereld'.

Vind ook een mogelijkheid om te bespreken wat kinderen gemaakt hebben! Dit is ook mogelijk aan het begin van het schooljaar om de kinderen beter te leren kennen!
Veel plezier!
Reactie plaatsen
Reacties
hallo je hebt het goed gedaan en je bent een held groetjes manel benjamins
Mooi, bij quest 6 zie ik een aantal zeer concrete en objectieve resultaten. Deze horen eigenlijk in quest 5, maar je benut ze goed voor je conclusie in ieder geval.
Dag Manel, je hebt zeker veel ondernomen en uitgeprobeerd en dat bleek zelfs uit je tweets die ik met interesse hebt gevolgd. Je hebt op je blog nog niet heel veel concrete feedback die je resultaten bevestigen. Dat is wel de basis voor quest 6 en de reflectie, maar die je heb je vast ook nog in natschool. In je resultaten heb je wel een aantal conclusies verpakt, die eigenlijk in quest 6 thuishoren. Dit doet geen afbreuk aan je blog, maar hoort onderzoekstechnisch hier dus niet thuis. Je hebt veel activiteiten om je conclusies op te baseren dus ik ben zeer benieuwd naar jouw eigen waardering ervan in je reflectie.
Hoi Manel!
Je hebt ontzettend veel gedaan! Daar mag je zeker trots op zijn. Je hebt veel geleerd en bent achter wat belangrijke principes gekomen. Je geeft kinderen de ruimte om zelfstandig en/ of
samen te werken. Je stimuleert kinderen verantwoordelijkheid te nemen waar het kan.
Van jou mogen kinderen laten zien wat ze kunnen, maar wat ze kunnen moeten ze ook laten zien.
Vakoverstijgend werken is echt iets wat jij kan! Het is goed te merken dat je het zelf ook erg leuk vindt. Jestelt ouders op de hoogte van waar je mee bezig bent en geeft ouders een actieve rol. Je werk met IPC was goed uitgewerkt en doordacht.
Je mag trots zijn op het resultaat! Veel succes in Glasgow.
Groetjes,
Renee Oomen
leerkracht groep 4, De Cirkel
Dag Manel,
Allereerst complimenten voor je werk!
Het ziet er heel compleet en wel-overdacht uit.
Met name de uiteenzetting van de onderzoeksfasen vind ik een mooie aanvulling
Dat geldt ook voor de duidelijke beschrijving van de ICT-tools.
Wat ik wel mis is het kenmerkende IPC-stramien als het gaat om het selecteren van leerdoelen en welke activiteiten daarbij te kiezen zijn.
Nu zijn het beschrijvingen van lessen per vakgebied. Prima om zo uit te voeren, maar niet echt des IPC's.
Als je er niet uitkomt, of niet echt begrijpt wat ik bedoel, dan hoor ik dat nog graag.
Groet,
Ed van Uden
dag Manel,
je bent aan de slag gegaan met het design van een eigen IPC unit in je quest 5. Ik vind de terugkoppeling naar designcriteria onduidelijk; daarnaast mis ik een vertaling naar (vak)didactiek en leerlijnen die passend zijn bij de ontwerpcriteria. Je bent wel duidelijk heel actief bezig! Je werk is lastig leesbaar door heel lange regels, kun je dat wijzigen? Dit is onoverzichtelijk. groet Isabelle
Dag Manel, je eigen IPC -invulling geeft heel veel mogelijkheden voor het integratief werken. Ik lees dat lln. enthousiast zijn gaan werken.
Je toelichting is nu nog heel summier. Ik zou er wel wat meer over willen lezen. En ook je terugkoppeling naar de ontwerpprincipes.
In de lay-out worden de regels nu heel lang, kun je daar nog iets aan doen zodat de ly-out overzichtelijk blijft?
Dag Manel,
Heel helder beschreven hoe jij voorbereidingen treft om met jouw ontwerpprincipes aan de slag te gaan. Ik ben benieuwd naar het eindresultaat!
groeten,
Kenneth
Hoi Manel,
Ik ben benieuwd naar het ontwerp van jouw eigen IPC unit met thema feest. Vandaag hebben we samen het lied uitgewerkt voor jouw kerstoptreden. Het lijkt me leuk als je dat presenteert op je blog, het is een mooi les idee!
Veel succes en leuk dat jullie naar the Lion King zijn geweest! Hoe kun je die ervaring gebruiken in de les?
Dag Manel,
Goed om te lezen dat je bent gestart met het ontwerp van jouw eigen IPC unit. Je hebt duidelijk voor ogen welke stappen je moet ondernemen. Succes!