Quest 4

Design

Bij Quest vier moest ik gaan ontwerpen. Welke ontwerpprincipes wilde ik gaan gebruiken voor het innoveren van het onderwijs bij mij op de stageschool. Ik kwam al snel op een aantal dingen die ik graag zou willen doen bij mij op de stage school. 

 

Ik loop nu een tijdje stage op basisschool K. Het is een super leuke school. Ze doen naar mijn mening en ervaring veel om hun onderwijs te verbeteren. 

Ouders zijn betrokken op deze school. Denk hierbij aan: meedoen met een uitje met de klas of een Afbeelding één: samen doen         themamiddag of helpen met de                                                                                   Kinderboekenweek. Ouders kunnen ook altijd een gesprek aanvragen bij de leerkracht of even iets kort vertellen als de kinderen binnenkomen. Als er gevraagd wordt aan ouders of ze ergens bij willen helpen moeten ze vaak alleen kijken of kort overleggen. In de meeste gevallen kunnen de ouders meteen helpen voor het desbetreffende project.

 

De school doet aan veel uitstapjes. Zo zijn we tijdens een natuurles naar buiten gegaan om beestjes te zoeken en te vangen. Twee weken later ging de klas naar de Meijersche boerderij. Helaas was ik hier niet bij omdat ik ziek was. Ze halen ook gastsprekers de klas in. Groep 7-8 is EHBO- cursus aan het volgen. Groep 1-2 heeft een gastspreker gehad over kunst. Dit kun je bij alle bouwen doen.

 

Ontwerp ideeën

                              - coöperatieve werkvormen

                              - energizers

                              - whiteboard

                              - techniek gekoppelt aan andere vakken

 

Energizers

Ik heb het nog niet gezien, maar er is mij wel verteld dat er af en toe coöperatieve werkvormen worden gebruikt.Ik vind dat dit nog te weinig op deze school gebeurd, vooral in mijn klas. Je kunt lessen leuker Afbeelding twee:                        maken door de coöperatieve werkvormen te                   Coöperatief  leren                      gebruiken.

 

Je kunt bij woordenschat zoek en vind toe passen en een woorden web. Bij zoek en vind gaan de kinderen zoeken dan de betekenis bij het woord. Bij woorden web gaan de kinderen manieren bedenken om de woorden te onthouden. Bij rekenen kan je de kinderen in groepen laten flitsen. De sommen die in het boek staan schrijf je op een kaartje. Dit kaartje laat je kort zien en de kinderen schrijven het antwoord op in hun schrift. Bij de OJW vakken kan je ervoor kiezen om, om de beurt, te doen. De kinderen beantwoorden om de beurt een vraag die in het boek staat. Voor de kring kan je dobbelen gebruiken. Een kind vertelt wat over het weekend. Een ander kind dobbelt met een dobbelsteen waar: wie, wat, waar, wanneer, hoe en waarom op staat. De kind moet dan een vraag stellen met de kant die naar boven staat.

 

 Er zijn zeventien werkvormen waar je uit kunt kiezen: denken, delen en uitwisselen, flitsen, om de beurt, dobbelen, duo’s, imiteer, interviews, woorden web, brainstorm, genummerde hoofden, legpuzzel, placemat, puzzels, rotonde, binnenkring en buitenkring, hoeken en wissel uit (Kerpel, 2014). Op de site Wij-leren kunt u de beschrijving van de werkvormen lezen.

 

Whiteboards

Na een gesprek met mijn basisschoolcoach ben ik tot een nieuw ontwerpprincipe gekomen. In het gesprek hadden we het erover en ik vind het helemaal geweldig. Dit moet mijzelf meer bewust gaan maken welke kinderen de stof wel snappen. De kinderen krijgen allemaal een whiteboard. 

In het begin van de les stel ik een vraag over de stof die we de Afbeelding drie:   les gaan behandelen. Het antwoord moeten de kinderen whiteboard                 opschrijven op het whiteboard. Zo zie ik gelijk welke kinderen                                     de vraag goed beantwoord hebben. Bij een instructie les kan ik tussendoor vragen welke kinderen de volgende opgaven goed hebben. Ik kan er dan voor kiezen om deze kinderen al zelfstandig te laten werken. Ook aan het einde van de les stel ik de vragen aan de kinderen om te kijken of zij de stof begrepen hebben. Hier kan een extra instructie uit volgen. 

 

Energizers

Wat ik mis op deze school zijn de energizers. Ik heb deze nauwelijks gezien. Op mijn vorige stage school was er na één of twee lessen een korte energizer. Kinderen hebben beweging en tussendoortjes nodig om zich weer te kunnen concentreren. Zonder beweging tussendoor zijn de kinderen sneller afgeleid, werken ze trager of hebben een kortere spanningsboog (Karels, 2014). Als je merkt dat de kinderen moeite hebben om zich te Afbeelding vier:  concentreren kan je snel een dansje of een kort spelletje tussen energie                  door doen.

 

Techniek - ontdekkend leren

Met mijn mentor heb ik het erover gehad dat zij de techniek mist. Het wordt wel gegeven, maar naar haar mening niet genoeg. Denk hierbij aan het figuurzagen of het branden in hout. Als we gaan inzoomen op het figuurzagen kun je bijvoorbeeld een dobbelsteen maken. De kinderen moeten dan gaan kijken hoeveel kanten ze nodig hebben hoe lang alle kanten moeten zijn en hoeveel stippels er op elke kant moeten komen.                                                                                       Afbeelding vijf:                                                                                                                               figuurzagen

                                             Afbeelding zes: techniek in de klas

 

Techniek op de basisschool is belangrijk omdat de kinderen met een wereld voor techniek opgroeien. Ze zijn benieuwd hoe en waarom iets om hun heen zo werkt. Techniek zorgt een uitdagende en rijke leeromgeving. Ook helpt het de kinderen bij hun ontwikkeling, cognitief, sociaal – emotioneel, zintuigelijk – motorisch, creatief en attitude gericht. Techniek is erg interessant. Laat kinderen dit dan ook vroeg ervaren (Kerpel, 2015).

 

                                    Afbeelding zeven: onderzoekend leren

 

Onderzoekend ontwerpen

Stap 1: kennis maken met het onderwerp.

Stap 2: verkennen van onderwerp.

Stap 3: onderzoek opzetten.

Stap 4: onderzoek uitvoeren.

Stap 5: concluderen

Stap 6: presenteren

Stap 7: verdieping (Cremer, 2014).

 

Bij onderzoekend leren ben je altijd bezig met kerndoel 42, kerndoel 44 en kerndoel 2 (Klein Tank, 2009).

Afbeelding acht: damesfiets

Fiets project

 

Zet een fiets in de klas. Bijna alle kinderen kunnen fietsen. Kinderen zien fietsen in hun omgeving. Zo sluit je mooi aan bij de belevingswereld van het kind. Maak er het thema van. Zo kan je alle vakken aan de fiets koppelen.

Techniek: Hoe werken de tandwielen? Hoe werkt het licht van de fiets? Hoe komt het dat je kan sturen? Hoe komt het dat als je achteruit trapt dat de fiets remt? Dit zijn vragen die de kinderen kunnen onderzoeken. Kerndoelen 41 en 45 komen hier aan bod (Klein Tank, 2009). Door de kinderen zelf te laten onderzoeken, laat je ze kennis maken met ontdekkend en onderzoekend leren van Graft en Kemmers (2007).

Taal: Er komen nieuwe woorden aan bod zoals, Dynamo, tandwielen, reflectoren, fietssport, frame, achter en voorvork, trapas, velg en naaf. Er zijn nog veel meer begrippen die bij de fiets horen. Maak een verhaal over een fiets bij de fietsenmaker. Hierin kan je de betekenis van de begrippen naar voren laten komen. Als het verhaal Afbeelding negen:           klaar is, koppel je er een coöperatieve werkvorm aan. In dit onderdelen fiets              geval zoek en vind. De kinderen krijgen zelf eerst een minuut                                             de tijd om zelf de betekenis van de woorden op te schrijven. Na de minuut gaan de kinderen de betekenis van de woorden aan de andere kinderen vragen. Kerndoel één staat centraal bij deze opdracht (Klein Tank, 2009).

Een kind heeft zeven keer een herhaling nodig om een woord goed te kunnen onthouden (Cöp, 2014). Na de activiteit hang je een paraplu in de klas op, met de woorden die ze geleerd hebben. Zo kunnen ze nog een keer terug kijken naar de woorden. Als je een echte paraplu op hangt trekt het snel de aandacht van de kinderen. Die zijn vaak benieuwd waarom zo iets in de klas hangt.

Rekenen: Bij rekenen kan je met de kleuters gaan tellen hoe vaak d band rond gaat als je met de trappers één keer rond gaat. Hang een touwtje aan Afbeelding tien: tabel                                           een band zodat de kinderen ook echt                                                                                       zien dat de band rond gaat.

Bij groep drie – vier kan je het zelfde doen, alleen dan maak je gebruik van de versnellingen.

Bij de bovenbouw ga je een tabel maken. Als je een keer trapt gaat het zo vaak rond. Dit bekijk je natuurlijk eerst met de kinderen. Daarna moeten ze een tabel invullen met de aantal keren dat de trappers rond gaan versus de keren dat de band rond gaan. Dit kan je tot tien laten gaan maar ook tot 48 keer rond trappen met de trappers. Je bent hier ook gelijk bezig met het rekenen met de keer sommen. Kerndoel 26 en kerndoel 27 komen hier aan bod (Klein Tank, 2009).

Geschiedenis: Laat de kinderen in groepen onderzoeken hoe de fiets er in een bepaalde periode eruit zag. 1816, 1842, 1867, 1885, 1900, 1935, 1980, 2000 en nu. Wat is er allemaal veranderd? Wie heeft deze fiets gemaakt? Dit zijn vragen die er aan de kinderen gesteld kunnen worden. Wat je ook kunt doen is samen met de kinderen vragen maken. Gebruik hiervoor de coöperatieve werkvorm denken, delen en uitwisselen. De kinderen gaan eerst zelf nadenken over                  Afbeelding elf:            wat ze willen weten. Daarna vertellen ze dit aan hun                  oude fiets          maatje. Ze moeten samen tot één vraag komen. Als laatste schrijf je alle vragen op die de kinderen bedacht hebben. Je laat de kinderen zelf naar het antwoord zoeken uit een bepaalde tijd. Kerndoel 47 en kerndoel 53 (Klein Tank, 2009).

Natuur: Je gaat met de kinderen een rondje fietsen. Je kunt dit met groepen doen, hiervoor heb je wel ouders nodig die de kinderen begeleiden. Van te voren krijgen de kinderen vragen mee. Over de natuur. Wat zie je om je heen? Is er wat veranderd de afgelopen tijd? Rondom de school is een gebouw weggehaald. Na het stukje fietsen ga je in gesprek hierover met de kinderen. Vragen die er Afbeelding twaalf: fietsen             dan gesteld kunnen worden zijn: Waren er veel                                                                     auto’s? Lag er troep op de weg? Zag je veel mensen lopen? Door de kinderen zelf te laten onderzoeken, laat je ze kennis maken met ontdekkend en onderzoekend leren van Graft en Kemmers (2007). Kerndoel 39. Kerndoel 40, kerndoel 41, kerndoel 42, kerndoel 44 en kerndoel 45 komen hier aan bod (Klein Tank, 2009).

Je kan ook een vragenlijst maken. De kinderen moeten dan op de vragen antwoord geven en daarna start je hier een gesprek over. Of je maakt een soort speurtocht en gaat daarna ook in gesprek met de kinderen. Door het gesprek laat je de kinderen terugkijken naar hun eigen handelen. Je leert de kinderen op spelenderwijs kennis maken met natuur, techniek en andere vakken. Dit is volgens van Oers (2005) belangrijk.

Tekenen: Laat de kinderen een tekening maken van hun leukste fiets. Nadat ze getekend hebben, gaan de kinderen de fiets maken met ijzerdraad. Blijft hun fiets staan? Is het stevig? Wat zou er aangepast moeten worden aan de fiets? Laat de kinderen vooraf wel duidelijk weten dat de fiets zo na moeten maken zoals ze het tekenen. Na het tekenen mogen er geen aanpassingen gedaan worden. Op deze Afbeelding dertien:    manier moeten ze gaan nadenken of hun fiets ook echt tekening fiets                  stevig is. Kerndoel 54, 55 en 56 komen hierbij aan bod (Klein                                              Tank, 2009).

Voor de midden en de bovenbouw.

Maak een middag vrij. Zet een fiets in de klas. Ga met de kinderen zitten en vertel dat we het over de fiets gaan hebben deze middag. Je deelt de klas op in groepen. Zorg dat de groepen niet te groot worden. Iedereen moet wat te doen hebben. Ieder kind krijgt een deel van de fiets. Bijvoorbeeld: de dynamo, reflectoren of een velg (taal). Laat de kinderen onderzoeken hoe het eruit ziet, hoe het werkt en wat voor functie het heeft op de fiets (techniek). Is het stuk dat de kinderen onderzoeken altijd bij de fiets geweest? Zo nee, wanneer en door wie is het ontworpen? Zo ja, hoe zou het komen dat het er wel vanaf het begin er was? Was het vroeger duur om fietsen te maken? En kon iedereen een fiets betalen (geschiedenis)? De kinderen gaan uitrekenen wat het kost om nu een fiets te maken (rekenen). Hier moeten de kinderen rekening houden met de verschillende metalen. Ieder metaal heeft een eigen prijs, dit kunnen ze op de computer opzoeken (ICT). Je laat vooraf de kinderen tekenen hoe de fiets eruit moet gaan zien (beeldende vorming).

Na de theorie , ga je met de kinderen en de ouders fietsen. Je laat de kinderen kijken naar de natuur. Wat is er veranderd de afgelopen tijd in de buurt. Er is laatst een gebouw gesloopt, er is dus iets veranderd. Zien de kinderen meer voetgangers, fietsers of auto’s? Na de fietsroute die de kinderen hebben gekregen (aardrijkskunde) gaan we in de klas bespreken wat de kinderen allemaal                 Afbeelding veertien: natuur. gezien hebben. Hebben de groepen allemaal                                                                   het zelfde gezien of zijn er aspecten die de ene groep meer heeft gezien dan een andere groep.

Kerndoelen:

Nederlands: kerndoel 1, kerndoel 2, kerndoel 3 en kerndoel 4 (Klein Tank, 2009).

Rekenen: kerndoel 29, kerndoel 32 en kerndoel 33 (Klein Tank, 2009).

OJW: kerndoel 35, kerndoel 40, kerndoel 42, kerndoel 44, kerndoel 45, kerndoel 47, kerndoel 50, kerndoel 51 en kerndoel 53 (Klein Tank, 2009).

Kunstzinnige oriëntatie: kerndoel 56 (Klein Tank, 2009).

 

Onderbouw. Circuit

Werk met deze opdracht in groepen. De groepen krijgen allemaal verschillende opdrachten.

Zet een fiets in de klas. Laat de kinderen vertellen wat ze weten van de fiets. Vertel aan de kinderen een paar begrippen en laat deze gelijk zien op de fiets (opdracht 1).

Afbeelding vijftien: groepen                          De kinderen mogen zelf kijken hoe de fiets                                                                            werk. Ze komen er dan achter dat als je trapt dat de fietsband rond gaat. Hiermee kan je gaan tellen. Hoe vaak gaat de band rond als ik één keer rond trap (opdracht 2 en 3).

Print een aantal fietsen van vroeger. Laat de kinderen deze op de juiste volgorde leggen. Ga in gesprek met de kinderen over wat veranderd is in de jaren (opdracht 4).

Laat de kinderen een fiets maken met verf. Dit is een vrijere opdracht. De kinderen mogen zelf weten hoe ze de fiets willen maken (opdracht 5).

Als je deze opdrachten hebt gedaan loop je samen met de kinderen en ouders een rondje. Vertel dat ze goed moeten opletten wat ze allemaal zien. Denk hierbij aan bomen, bloemen, auto’s en fietsen. Ga na de ronde met de kinderen in gesprek over wat ze allemaal gezien hebben.

Kerndoelen:

Nederlands: kerndoel 1 en kerndoel 3 (Klein Tank, 2009).

Rekenen: kerndoel 29(Klein Tank, 2009).

OJW: kerndoel 35, kerndoel 40, kerndoel 42, kerndoel 44, kerndoel 47 en kerndoel 53 (Klein Tank, 2009).

Kunstzinnige oriëntatie: kerndoel 56 (Klein Tank, 2009).

 

Er worden bij deze les van techniek verschillende vakken gebruikt. Als we kijken naar de meervoudige intelligentie van Gardner (Kagan, 2000), komt iedere intelligentie aan bod. Op deze manier stimuleer je de kinderen om mee te doen omdat er altijd wel een deel van deze opdracht bij zijn of haar intelligentie en interesse aansluit.

 

 

Afbeelding zestien:

meervoudige intelligentie

Afbeelding zeventien: techniek & ik.

 

Wat ik zelf meer wil gaan doen is: in de lessen de techniek meer integreren. Een vraag die ik bijvoorbeeld kan stellen in een les geschiedenis over de Gouden Eeuw is: hoe komt het dat een boot kan drijven? Dit klinkt eigenlijk van vanzelfsprekend maar hoe komt het nu? Dit wil ik ook bij andere vakken gaan doen. Ik wil samen met de kinderen kort stilstaan waarom de wereld om ons heen zo is. Dit wel op het gebied van techniek. Vanaf 2020 is het verplicht om op de basisschool techniek te geven (Slo, 2014). Dit is een mooie manier om het al te verwerken in de huidige lessen die er gegeven wordt.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb