Leontine
20-12-2012
TECHNIEK!

Ja vandaag was het zo ver, de techniekles. Al dagen had ik hier zo een zin in. Zelf bij mij thuis heb ik ze gek gemaakt, zo veel zin had ik erin. Techniek is gewoon helemaal mijn ding.
Van te voren was ik naar de fietsenwinkel, Piet Lucius, geweest. Zij hebben fietsenspullen, folders en zelfs sleutelhangers mee gegeven. Mijn dank hiervoor. Alles wat zij hebben meegegeven heb ik gebruikt in de techniek les.
Ik kwam niet zomaar de les in. Ik had mijn eigen fiets meegenomen. Een kind zag het en mocht achterop. Ik had mijn stofjas aangetrokken en zo kwamen wij het lokaal binnen. De kinderen waren gelijk met de volle aandacht bij mij en de fiets. Ik vond het zelf ook leuk om zo binnen te komen. Het is een keer anders dan normaal.

We hadden gepraat over de fiets en de filmpjes. De kinderen wisten best veel over de fiets. Na de filmpjes hebben we een kleine quiz gedaan met de whiteboards. Hierna zijn de groepen ingedeeld. Ik had de groepen juist ingedeeld, maar ik was iets te kort in mijn uitleg. Deze heb ik dan ook langer gemaakt.

Toen de kinderen de voorwerpen hadden gekozen en zelfstandig aan het werk waren, ben ik de groepjes nog een keer langs geweest om te kijken of ze wisten wat ze moesten doen. Een enkeling hadden nog vragen over het presenteren en over het reken gedeelte. Deze heb ik beantwoord en zo konden ze weer verder. Het was echt super om te zien dat de kinderen helemaal op gingen in het onderzoeken van het voorwerp. Dit had ik helemaal niet verwacht. Het blaadje dat ik had gemaakt met vragen die ze konden beantwoorden werd goed gebruikt en ze zochten hierbuiten nog meer informatie.

Halverwege de tijd ben ik samen met de kinderen een band gaan plakken. Ik heb stap voor stap uitgelegd wat je moet doen en ik heb ze de voorwerpen laten voelen. Het plakken was beide keren goed gelukt. Het eerste idee was dat een ouder dit zou gaan doen. Helaas kon er geen ouder.
Het uitleggen van de voorwerpen was iets lastiger. De kinderen mochten van mij niet het voorwerp zeggen. De eerste uitleg van het voorwerp, de dynamo, was erg kort maar ook erg duidelijk. Hij vertelde precies wat hij zag. Hij zei zelf er zit een lang draadje bij. Ik keek om en zag inderdaad een draad. Ik had zelf nooit een dynamo uit elkaar gehaald dus dit vond ik super leuk. Na iedere uitleg gaf ik aan wat er goed ging en wat ik nog miste bij de uitleg. Zo werden de uitleggen steeds beter.

De presentaties die de kinderen hadden gemaakt waren allemaal verschillend. Twee groepen via de PowerPoint, één groep via kahoot en de laatste groep op papier. De groep van kahoot had helaas internet afgesloten en de quiz niet opgeslagen. Erg jammer want ik was benieuwd hoe de kinderen op deze quiz zouden reageren.

De kinderen gaven mij terug dat ze het een leuke les vonden. Vooral het zelf onderzoeken. Wat ze wel zouden willen weten hoe iets nou echt in elkaar wordt gezet. Ik denk dat wij hiervoor naar de fietsenmaker moeten. Zij hebben daar het beste antwoord voor en over.











12 en 13 december 2016
Maandag
Op maandag heb ik in de ochtend de bij kring de coöperatieve vorm dobbelen gebruikt. Op de dobbelsteen stond: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe. Om het extra spannend te maken had ik de beker met stokjes gepakt. Op ieder stokje staat de naam van een kind. De kinderen vonden het leuk als ze mochten dobbelen. Alleen de vragen bedenken vonden ze af en toe lastig. Sommige kinderen vertelde het verhaal van het weekend zo goed dat er geen vraag bedacht kon worden. Op zo een moment hielp ik de kinderen met een vraag bedenken. Dit is een coöperatieve werkvorm die ik vaker ga gebruiken.

In de middag hadden we Brandaan, geschiedenis. Ik had geen juist en leuk filmpje bij dit hoofdstuk kunnen vinden. De kinderen kregen een keuze: of het filmpje van morgen of een quiz met de whiteboards. De kinderen waren het unaniem eens dat we de quiz moesten gaan doen. Ik heb dus afgesproken dat als de kinderen goed zelfstandig konden werken dat ik snel de quiz ging maken. De kinderen hebben nog nooit zo snel en goed hun werk gemaakt. Na het bespreken van de vragen heb ik snel de whiteboards laten uitdelen.
We hebben voordat we aan de quiz begonnen gekeken of alle whiteboardpennen het deden, zodat iedereen goed mee kon doen. Tijdens de quiz hebben we samen de regels gemaakt. Er mag gejuicht worden maar er mag geen andere groep last van hebben, er wordt niet getekend op de boards en je mag niet overleggen. Dit zijn de regels die ik anders ook had gemaakt. Het leek mij juist een keer leuk om de kinderen de regels te laten maken. De quiz was zoals de vorige keer goed geslaagd.
Dinsdag

Vandaag was het een spannende dag! Ik had mijn performance assessment, een soort praktijk examen. Totaal geen spanning tot de vrouw die deze afnam binnen kwam. Van te voren had ik al gezegd dat er een vrouw naar mij kwam kijken hoe ik les gaf. Ik heb het GEHAALD!
Ook vandaag had ik de whiteboards ingezet. Dit bevalt mij en de klas erg goed. Dit keer bij een rekenles. We hadden het over gewichten. Ze konden kiezen uit kilogram, gram, liter, centiliter en milliliter. Ik had de les digitaal op het bord gezet. Eigenlijk deden we de sommen die op het bord stonden samen. De eerste deed ik voor op het bord, zodat de kinderen ook weten welke stappen ze moesten zetten. Wat kan niet en wat kan wel? Na het voorbeeld liet ik de kinderen som voor som het antwoord op de whiteboards zetten. Wat mij verbaasde is dat de kinderen dit goed onder de knie hadden. Drie kinderen hadden er iets meer moeite mee. Met hun ben ik nog even apart gaan zitten voor extra uitleg. Aan het einde vroeg ik wat de klas van het werken met de whiteboards vind. De klas was hier erg enthousiast over en ze zeiden dat ze het vaker wilde doen.
Bij Brandaan vandaag heb ik een filmpje laten zien. Aan het einde van het filmpje werken een aantal vragen gesteld. Waarom moeten we naar school? Ga jij zelf graag naar school? Ik liet de kinderen eerst zelf nadenken over het antwoord. Daarna liet ik ze in tweetallen de antwoorden uitwisselen, daarna in viertallen en als laatst mochten ze het in de klas zeggen.Dit is ook de coöperatieve werkvorm: denken, - delen - uitwisselen. De kinderen hadden veel de zelfde antwoorden. Bij de vraag of ze graag naar school wilden waren er een aantal die niet graag naar school wilden. Zij wilde graag meer buitenspelen en achter de computer spelen. Ik vond de werkvorm die ik gebruikte bij deze les ook erg leuk. De kinderen konden eerst zelf over hun antwoord nadenken. Sommige kinderen vinden het moeilijk als ze in tweetallen werken om hun antwoord te zeggen, er wordt vaak over hun heen gewalst. Op deze manier was het een heel stuk minder. Het is dus zeker voor herhaling vatbaar.

Over de twee dagen heen hebben we leuke energizers gehad.
Ik ben begonnen met een dansje, twee keer klappen. Een ander kind moest hier een beweging achteraan verzinnen. Als het kind een beweging had verzonnen en had laten zien deden we het met de hele klas. Zo werd het dansje ook steeds langer en moeilijker. Het dansje dat we maandag hadden hebben we dinsdag langer gemaakt. Op een gegeven moment was het een erg lang en lastig dansje om te onthouden. We hebben met z'n alle hier om gelachen omdat iedereen een andere beweging aan het doen was. De energie die hieruit kwam was positief en de kinderen konden weer op een ontspannen manier doorgaan.
28-11-2016
Samen met mijn mentor had ik whiteboards gemaakt voor de kinderen. We waren hier zelf, voordat we het gingen gebruiken, erg enthousiast over. We hadden het gebruikt voor een natuurles. Dit was de les voordat de kinderen de toets gingen maken. Je kan dit zien als een herhalingsles.

De kinderen wisten dat er een quiz kwam, dus gingen ze in het kwartier dat ze nog even mochten leren ook echt leren.
Bij de quiz had ik duidelijk uitgelegd wat de regels bij het whiteboard is. Eigenlijk zijn er maar twee regels. Je gaat er niet op tekenen en je doet er voorzichtig mee.
Tijdens de quiz waren de kinderen echt voorzichtig met de whiteboards. Het was ook super leuk. De kinderen konden zo echt voor zichzelf nadenken en er kwamen af en toe ook verschillende antwoorden in één groepje uit. Ze waren goed betrokken en enthousiast. Als laatste kreeg ik terug dat ze dit een leuke manier vonden. De quiz en de whiteboards en dat ze het vaker zouden willen doen. Zelf vond ik het erg geslaagd en ik ga dit zeker vaker gebruiken.



21-11-2016

Vandaag dacht ik, ik ga het eens anders doen. En het is ook gelukt.
Ik vind het erg lastig om energizers in te zetten. Wanneer is het juiste moment en hoe reageren de kinderen. Dit was mijn grote probleem. Om dit te kunnen veranderen dacht ik bij mij zelf. Ik doe het gewoon!
Na de instructies zag ik aan de kinderen dat ze een dipje hadden. Ik dacht bij mij zelf: Nu moet ik het doen! Ik heb tegen de kinderen gezegd dat we een minuutje iets anders doen. We gingen alles even losschudden. De polsen, vingers, voeten, benen etc. Hierna konden de kinderen weer goed aan het werk. Dit gaf mij een super goed gevoel, want wat ik wilde lukte ook. Even de energie weer omhoog.
Na de rekeninstructie van 45 minuten zag ik de klas iets meer moeite hebben om zich te concentreren. Omdat het begin van de ochtend goed ging dacht ik vol goede moed ik doe nog een energizer. We deden deze keer de regen na door de tikken met de vingers op de tafel. Harde regen, zachte regen, bijna droog, hagel en een onweersklap. Met de handen op tafel slaan. Hierna konden ze weer goed aan het werk (kerndoel 34). De kinderen leren op deze manier bewust omgaan met een tussendoortje. De focus even weg van het werk (gevoelens).
Wat ik het leukste vond is dat er later een paar kinderen naar mij toe kwamen om te zeggen dat ze die minuutjes erg leuk vonden. Dit gaf mij echt een goed gevoel! De kinderen vonden het echt leuk. Nu denk ik bij mijzelf. Ik moet dit vaker gaan doen en waarom ben ik hier niet eerder mee begonnen.

Ik ben ook bewuster met de techniek bezig. Zo heb ik uitgelegd hoe een boot drijft in een les over de watersnoodramp.
Bij de mediawijsheid-les, deze week, had ik uitgelegd hoe een server werkte. Als een server uit staat dan doet internet het niet. Hier mag, vind ikzelf, iets meer gaan inzetten. Ik vind het alleen lastig om het juiste moment hiervoor in te zetten. Binnen kort starten we met een hoofdstuk geschiedenis. Hier kan ik vaak de techniek naar boven laten komen. Dit ga ik ook doen. Dus dit wordt vervolgt. Kerndoel 44, internet is uit de omgeving. Ze weten via de media les hoe ze veilig kunnen internetten en hoe de server werkt.
Vrijdag 16 september.
Vandaag zijn we met alle tweedejaars naar ProDemos geweest in Den Haag. ProDemos is een gebouw tegenover het Binnenhof. Er wordt hier veel verteld over de politiek en de geschiedenis van de Kamers.

Als eerste gingen we met z’n allen naar een ruimte toe. Deze ruimte was als de Tweede Kamer, maar dan net iets kleiner. Daar werd ons uitgelegd hoe je een debat voert en dit gingen we dan ook doen. De stelling die we kregen ging over vuurwerk: mogen particulieren geen vuurwerk meer afsteken? De groep waarin ik zat was tegen de stelling. We moesten de standpunten die wij hadden voor de groep vertellen en we konden de standpunten van de andere groepen ook tegenspeken. Het enige lastige was dat we via de voorzitter moesten praten. Als wij aan het woord kwamen moesten we eerst ‘dank u wel, voorzitter’ zeggen. Dit was erg lastig omdat ik gewend ben om gelijk naar de betrokken persoon te praten. Het was een super leuke ervaring en de wet/stelling is er niet doorheen gekomen.

Daarna werd de klas opgesplitst in twee groepen. Onze groep ging naar een aparte ruimte. Hier kregen wij allemaal vragen over de Tweede Kamer. Sommige vragen waren meerkeuze en de rest was open. Voor iedere vraag, die je goed had, kreeg je een punt. De groep waarin ik zat werd uiteindelijk tweede.
Na de lunch gingen we het gebouw van het Binnenhof binnen. Je mocht niet je telefoon meenemen. Het gebouw zag er erg grauw uit, maar alles in het gebouw had een betekenis. Toen de begeleiders dat vertelden vond ik het gebouw wel mooi, maar nog steeds grauw. Je mag als niet-kamerlid ook bij debatten zijn. Hiervoor is een tribune bovenin de ruimte gemaakt. Als de tribune vol zit zijn er nog andere ruimtes waar je kunt zitten.

Dit is ook zo bij de Eerste Kamer. De ruimte van de Eerste Kamer is, naar mijn mening, veel mooier. Het is een ouder gebouw en heeft hierdoor meer sfeer. Er hangen schilderijen van mensen die vroeger belangrijk waren. Op het plafond is een afbeelding uit de Gouden Eeuw geschilderd. Hier zie je met welke mensen er vroeger gehandeld werd.

Na de rondleiding moesten we een groepje maken van drie mensen. Ieder groepje kreeg een tablet. Het was de bedoeling dat je met je groep naar de plek ging waar een vraagteken stond. Als je hier stond kon je kiezen of je een makkelijke of een moeilijke vraag wilde. Per goed beantwoorde vraag kreeg je punten. De groep met de meeste punten had gewonnen.

Ik vond het een leuke en een leerzame dag. Ik ben nog nooit in of bij het Binnenhof geweest. Eigenlijk wist ik er bijna niks over. Na deze dag is dat zeker veranderd. Wat ik graag zou willen doen is een debat met mijn stageklas voeren op de manier hoe wij het daar hebben gedaan. Dit vond ik het leukste om te doen. De kinderen leren bij zo’n debat goed naar elkaar luisteren en ook beargumenteren waarom ze het er wel of niet mee eens zijn. Dit vind ik voor hun communicatieve ontwikkeling heel belangrijk.
Wil je dit met jouw klas doen? Kijk dan voor het programma en meer informatie op: www.prodemos.nl
Vrijdag 9 september tot en met maandag 12 september.
Texel.
Dit weekend was ik samen met mijn familie op Texel. Ik heb hier veel geleerd, omdat we aan leuke activiteiten hebben deelgenomen.

Het eerste wat we deden was een huifkartocht maken. Dit was echt zo mooi. We zijn met een huifkar de duinen ingegaan en later het strand op. De man, die de huifkar mende, vertelde van alles op het gebied van de Texelse natuur. Hij vertelde onder andere dat de draagtijd van schapen 5 maanden min 5 dagen is, dat een paard na 11 maanden bevalt en een koe na negen maanden. Ik vroeg mij altijd al af waarom schapen soms een kleurtje op hun rug hebben. Dit komt doordat de ram een stempel op zijn borst draagt en als hij de schapen dekt hij dus een kleurige stempel achterlaat. Zo weet de boer wanneer welk schaap van welke ram zwanger is en wanneer zij moet bevallen. Eigenlijk is dit dus erg handig. Een ram dekt namelijk alleen de schapen die ontvankelijk zijn: als er dus schapen zonder stempel rondlopen in die kudde, zijn deze dus nog niet gedekt. De niet-gedekte schapen worden dan later bij een andere ram gezet (met een andere kleur stempel op zijn borst). Er zijn 14.000 schapen op Texel. Dit zijn bijna net zoveel schapen als er mensen zijn. In het voorjaar huppelen er ongeveer 11.000 lammetjes rond.

De menner van de huifkar vertelde ook veel over de loslopende koeien. De koeien die tijdens onze rit in de duinen stonden worden zoveel als mogelijk met rust gelaten door de eigenaar. Het gebied wat ze mogen begrazen is zo groot dat de boer ze toch ook nooit allemaal tegelijkertijd te zien kan krijgen. De koeien bedruipen zichzelf; zo krijgen zij bijvoorbeeld geen extra voer en wordt er niet geholpen bij een bevalling. Een keer per jaar mag de boer de jonge koeien labelen.

Er is ook wel eens springvloed op Texel. Dit houdt in dat het zeewater binnen een half uur 3 meter stijgt door invloed van de maan op de aarde in combinatie met harde wind. Hij liet een foto zien van een normale vloed en een foto met springvloed. Het was best griezelig om dit te zien omdat het hele natuurgebied onherkenbaar anders werd. Ook gebeurde het wel eens dat mensen hierdoor kwamen te overlijden omdat zij niet op tijd weg konden komen. Zo zijn er bijv. tijdens de watersnoodramp in 1953 in Zeeland ook op Texel veel mensen en dieren verdronken. De laatste keer dat er dieren zijn verdronken tijdens zo’n springvloed is op 8 oktober 2006 geweest.

De laatste dag van het weekend zijn we naar een vlindertuin geweest. Er waren vlinders net zo groot als mijn hand met super mooie kleuren. Ik heb hier echt mijn ogen uitgekeken. Helaas stonden er geen namen van de vlinders vermeld want ze fladderden overal los rond. Wel heb ik twee opgezette vlinders meenomen. Deze heb ik gelijk gebruikt voor in mijn les. Deze les ging over dieren en het onderzoeken van ongewervelde en gewervelde dieren. Ik heb verteld waar ik de vlinders vandaan had. De kinderen waren hier erg enthousiast over.

In dit weekend heb ik veel foto’s gemaakt die ik in de praktijk ga gebruiken als voorbeelden. Van vlinders, het strand, de duinen en de vuurtoren. Met al deze foto’s kan ik goed een paar hele leuke lessen geven over Texel.
Vrijdag 3 september.

Vandaag hadden we op school een culturele instellingendag. Dit hield in dat je zelf twee cultuurinstellingen in de buurt ging bezoeken. Ik had ervoor gekozen om naar de Kilsdonkse molen en het sint Barbaragilde te gaan.
Het eerste bezoek was naar de Kilsdonkse molen in Heeswijk. Deze molen is in de Tweede Wereldoorlog verwoest. Ze hebben de molen gerenoveerd en deze was klaar voor gebruik in 2009. Door de renovatie is deze molen de enige werkende wind- en watermolen in Europa. De molen wordt gerund door vrijwilligers.

De Kilsdonkse molen geeft excursies vanaf groep 6. Ze willen het voelen en doen bij de kinderen stimuleren. Voor de kinderen onder groep 6 zijn er de Nationale Voorleesdagen. Ze lezen dan een boek Muis jan op de molen van Charles en Nel de Theije voor en de kinderen gaan deze muis zoeken.
Bij de molen heb ik mijn ogen uit staan kijken. Ik heb molens alleen nog maar van de buitenkant gezien. Er werd uitgelegd hoe een molen werkt. Ik was erg enthousiast over de rondleiding. Wil je zelf ook gaan kijken, ga dan op de zaterdag. De molen draait, met goed weer, ook echt.
Wil je meer informatie? Kijk dan vooral even op de site http://www.kilsdonksemolen.nl/

Daarna zijn we naar het Sint Barbaragilde in Veghel geweest. We werden door schutters en vendeliers opgewacht. Er was een korte uitleg over het gilde. Vroeger zorgden de gildes voor de samenleving en de veiligheid. Ieder gilde heeft een patrones of een beschermheilige. Dames mogen zich niet aanmelden bij het gilde maar mogen wel meedoen met de activiteiten. Na de uitleg mochten we zelf aan de slag. We hebben de tamboers bespeeld, bazuinen geblazen en we hebben mogen schieten. De bazuinen spelen was erg leuk. Dit is een soort trompet. Het is alleen erg moeilijk om hier geluid uit te krijgen.

Het gilde krijgt regelmatig klassen van scholen op bezoek. Met de kinderen gaan ze ook bazuinblazen maar ook vendelen en kruisboogschieten. Zo krijgen de kinderen te zien wat er vroeger gebeurde in een gilde. Daarna zijn we met het gilde om de tafel gaan zitten om het project 'Gilden tussen Middeleeuwen en nu' uit te werken.
Op 28 mei is er namelijk een kringgildedag. Diverse gilden zullen deze dag naar Veghel komen. Het St. Barbaragilde wil met dit project zo'n 300-350 leerlingen van de basisscholen in Veghel bereiken.
http://veghel.nieuws.nl/nieuws/17500/aftrap-basisscholenproject-gilden-middeleeuwen-en-nu/

Ben je hier nog niet met je klas geweest? Kom gewoon een keertje langs. Op maandag- en woensdagavond is het gilde geopend en kun je langskomen.
Wil je meer informatie? Kijk dan vooral op de site:
Woensdag 31 augustus.
Vandaag speelden we met een groep een kwaliteiten spel. Je moest twee kaarten uitzoeken die bij jezelf hoorde. Een die je kwaliteiten liet zien en de andere die een valkuil liet zien. Dit werd in de groep verteld.

Ik heb gekozen voor de kaart met een jurk erop. Op de jurk zie je verschillende patronen en kleuren. Dit staat voor mijn creativiteit. Ik wil zoveel mogelijk met mijn handen doen. Momenteel ben ik bezig om stoelen opnieuw te stofferen.

De andere kaart die ik gekozen had is good boy – bad boy. Dit is mijn valkuil. Als ik iets tegen iemand zeg kan ik daar af en toe erg lang mee zitten. Is het juist wat ik gezegd heb, had ik het anders kunnen zeggen of was het goed wat ik zei. Als ik hier erg lang mee blijf zitten dan ga ik vaak naar de persoon toe om te zeggen dat ik er mee zat wat ik had gezegd. Meestal is het niet zo erg als ik gedacht had.
Deze opdracht kan je op de basisschool doen. Ik denk dat je dit vanaf groep 5 goed kan doen. Er worden kaarten op tafel gelegd en de kinderen pakken een kaart. Geef duidelijk aan om welke reden de kinderen de kaart pakken. Bijvoorbeeld: pak een kaart waarbij jij je goed voelt of pak een kaart die iets over jou zegt. De kinderen moeten vertellen waarom ze de kaart hebben gepakt. Hierbij leren ze ook beter te argumenteren.
Tip: geef een voorbeeld. Zo is het duidelijker voor de kinderen wat je van hen verwacht.
Reactie plaatsen
Reacties
Dag Leontine, je hebt een mooie activiteit verzorgd (fiets) waarover je uitgebreid hebt geblogd en daarop ook feedback hebt ontvangen. Voor Quest 5 vind ik verder niet heel veel andere resultaten met feedback. Hopelijk heb je dat in natschool meer verzameld om op basis daarvan je onderzoek zelf beter te kunnen waarderen/beoordelen. Neem de ontvangen feedback die je hebt ter harte in je reflectie en maak duidelijk wat je daarmee hebt gedaan.
dag Leontine,
je bent actief geweest in quest 5, maar ik kan in je werk nog onvoldoende teruglezen hoe je gericht gewerkt hebt aan ontwerpcriteria en aan welke ontwerpcriteria. Als je een les uitwerkt volgens een ontwerpcriterium denk dan ook na over de (vak)didactiek en leerlijn, die moet hier ook bij aansluiten. Laat blijken dat je hierover nadenkt.
Verslag les Techniek 20 dec. 2016
Inleiding: je binnenkomst is erg treffend. Leuk met die fiets. Kinderen zitten er gelijk in.
Kinderen mogen zelf nadenken en kort overleggen; dit is erg kort. Sommige hadden zelf niets bedacht. Je inventariseert de opmerkingen en je zet die op het bord. Goed gedaan! Tip; zet het in een mindmap of woordveld. Dan krijgt hey meer body. Ik vind ook dat je steeds een leervraag kan stellen. Het wordt nu meer benoemen van onderdelen. Verdiep!!!
De filmpjes met de Quiz is prima om verder in het thema te komen.
Waarom laat je die materialen zien? En vertel je erover? Dit zou korter kunnen. Om tijd te besparen.
De manier waarop je groepjes maakt is erg passend op een talent/ interesse/ kwaliteit. Kinderen vinden dit erg leuk.
Als de groepjes aan de gang gaan is het wel duidelijker. Kinderen vinden het een fijne opdracht. Het in en uit elkaar halen is spekkie naar het bekkie van sommige leerlingen. Jammer dat ze geen knutselmat en gereedschap hebben. Ik vind de scharen hier niet voor gemaakt. En dan was de velg waarschijnlijk wel uit elkaar gegaan.
Je begeleiding is goed. Je stimuleert en helpt.
Leontien, wat goed dat je de stap gezet hebt om energizers in te zetten als je voelt dat het nodig is.
Dapper en goed gekozen.
Ik ben naar je blog gaan kijken omdat ik feedback wilde geven op quest 5.
Daar kan ik niet echt gerichte informatie over lezen. Jammer. Wil je nog eens kijken naar de inhoud van je testing-activiteiten gekoppeld aan je ontwerpprincipes?
(En hier en daar werkwoordspelling nog eens checken.)
Ik ben wel benieuwd naar je testfase, maar wil er iets meer overzicht bij krijgen.
Beste Leontine,
Je vertelt over een les waarin je whiteboards gemaakt hebt. In welk kader moet ik deze les plaatsen? Welke kritische handelingen toon je hiermee aan? Hoe verhoudt deze les zich tot jouw innovatieve ontwerp? Met andere woorden: wat is de reden om deze blog te plaatsen?
Je hebt whiteboards gemaakt. Hoe bedoel je dat precies? Wat was het leerdoel van jouw les? Was het whiteboard een middel of…? Waarom koos je voor de quiz en een whiteboard voor iedere leerling en waarom waren dat in dit geval de beste middelen om het leerdoel van de leerlingen te bereiken?
Aanvullend op de feedback van Kenneth: Waarom plaats je een koppelteken in het woord ‘natuur-les’, ontstaat er spraakverwarring?
Groeten,
Renée Langens
Dag Leontine,
Jouw projecten en activiteiten in de klas klinken erg interessant en het is fijn om te lezen dat je de ideeën die je hebt, kunt uitvoeren. Het zou nog sterker zijn als je expliciet formuleert welke principes hier aan de grondslag liggen. Ik krijg nu het gevoel dat jouw ideeën los van elkaar staan, dit komt mede doordat ik geen overzicht kon ontdekken van jouw ontwerpprincipes. Een twee punt van feedback is het taalgebruik. Zowel in de opbouw van de tekst (er ontbreekt vaak een inleidende zin, waardoor het wat hak-op-de-tak aanvoelt) als de formulering van de zinnen.
Je bent dus goed bezig, maar verzorg de taal in het vervolg beter en voeg ergens een overzicht van jouw ontwerpprincipes toe.
groeten,
Kenneth
Leontine,
Leuk hoe je het fietsproject hebt vormgegeven vanuit het werken in groepen en het verdelen van de onderdelen. Ik ben benieuwd hoe je het laatste onderdeel nog vormgegeven hebt. Heb je een fiets in de klas gehad of naar de fietsenmaker geweest?
Je geeft in de beschrijving de doelen van de verschillende vakken aan. Zo presenteer je hoe je met deze activiteit aan verschillende vakken werkt.
Ga zo door!
Dag Leontine,
Deze feedback is aanvullend op de informatie die je al van Erica hebt ontvangen.
Het zou je helpen als je de criteria van Quest 4 checkt met je eigen ontwerpprincipes. Dan zul je zien dat je op een aantal onderdelen nog wat explicieter kan zijn. Ook praat je veelal in 'mogelijkheden' maar probeer na die voorbeelden ook te concretiseren wat volgens jou het concrete ontwerpprincipes is. Gebruik de theorie van O&O als basis en verwerk daar jouw overige principes in, zodat ze meer met elkaar verbonden worden en minder naast elkaar benoemd. Groet Claske
Quest 4:
Feedback
Hallo Leontine,
Je maakt een onderscheid tussen zaken die de school/leerkracht zelf al als vernieuwend element aan het inbrengen is en zaken die je nog mist.
Ik neem even aan dat je m.n. over het deel wat jij mist de theorie hebt opgezocht. Je kunt de theorie gebruiken om het belang van hetgeen jij mist aan te geven. Misschien bestaat jouw theorie ook over handreikingen hoe je stapsgewijs het pad dat je hen aanraadt in te slaan, kunt volgen.
Energizer en coöperatieve werkvormen zie jij als mogelijkheden om het onderwijs op jouw school te verbeteren.
• Kun je hier voor het team/de mentoren, concreter in zijn?
• Zijn er handreikingen die aansluiten op bepaalde lesovergangen of werkvormen die m.n. bruikbaar zijn voor vakoverstijgend werken/ onderzoekend/ontwerpend leren?
Fijn dat je de directe omgeving als uitgangspunt neemt om het onderzoekend/ontwerpend leren een plek in te geven.
• Waardoor wordt er naar jouw idee weinig tijd aan techniek besteed?
• Wat mist een kind naar jouw idee hierdoor (theoretisch onderbouwen).
• Zou je aan dit euvel door bijv. vakkenintegratie tegemoet kunnen komen? (theorie?).
Je benoemt kerndoelen die vanuit verschillende vakgebieden rondom de fiets aan de orde kunnen komen.
Je brengt de fiets binnen vanuit de techniek. Ik mis de kerndoelen rondom techniek.
De kennisbasisconcepten systeem en causaliteit kunnen hier als onderbouwing voor je lesactiviteit een mooie plek krijgen. Ook de koppeling tussen de drie pijlers van de kennisbasis kun je hiermee duidelijk maken.
Het ontwerp en het onderzoek naar de onderdelen van de fiets kun je hen zelf laten ervaren. Herken je hierin het stappenplan voor onderzoekend ontwerpend leren?
Al met al, je hebt in beeld hoe dat de school wil vernieuwen.
Help hen bij de mogelijkheden die jij hierin ziet en onderbouw deze, geef handreikingen.
Deze zullen m.n. in jouw testactiviteiten naar voren komen. Ben je bewust van de kracht van de onderzoekende houding die niet alleen technisch van aard hoeft te zijn.
Succes,
Erica
Mooi verslag van onze excursie naar ProDemos! Heb je in jouw stageklas al een debatvorm uit kunnen proberen?
En wat je van een weekendje uitwaaien op Texel al niet op kunt steken voor je beroep! (y)